vrijdag 27 augustus 2021

Zomervlucht

Op mijn achttiende verjaardag kreeg ik van mijn vrienden de roman Zomervlucht van Jeroen Brouwers. Ze wisten dat ik dat jaar een van de bibliotheek geleend exemplaar had gelezen en dat ik in één klap fan was van Brouwers. Het paste binnen het door mij gewenste imago van de vage intellectueel, maar eerlijk is eerlijk: de roman was geschreven zoals ik een roman zou willen kunnen schrijven. De virtuoze taal rolde en golfde over de bladzijden - ze zoog me mee in het kolkende verhaal dat ze was.  

In het mondelinge verhoor door mijn docent Nederlands prees ik het boek en deed dat zo overtuigend dat de docent het boek in de collectie van de schoolbibliotheek wilde opnemen.

Uiteraard nam ik geïnspireerd ook zelf de pen ter hand en begon aan mijn eigen roman. Ik probeerde de zinnen te laten golven en rollen, zoals Brouwers ze schreef, maar na twee bladzijden gaf ik het al op. Ik wist wat ik al lang wist: schrijven zoals Jeroen Brouwers dat kunnen er maar weinig. Brouwers schreef een enorm oeuvre en won dit jaar de Libris Literatuurprijs en dat is net op tijd: hij denkt zelf dat er niks meer in zit.

Het omslag van Zomervlucht
Het omslag van Zomervlucht

Een collega Nederlands vertelde eens dat een leerling Nooit meer slapen van Hermans had geleend van de schoolbieb, omdat hem dat wel wat leek, nooit meer slapen. Zo kocht ik ooit Biljarten om half tien van Heinrich Böll. Wat mij in Zomervlucht trok, dat weet ik niet. De titel klinkt verleidelijk, dat snap ik. En ook het omslag, waarop Johann Sebastian Bach rugwaarts uit zijn eigen portret stapt, heeft me altijd gefascineerd. Maar waarom ik nu juist dát boek uit de kast trok, ik heb geen idee. Maar ik weet wel dat mijn rondstruinen in de dorpsbibliotheek resulteerde in een leven met Jeroen Brouwers.

PISA-data en inspectierapporten maken al veel langer gewag van verzwakte schrijf- en leesvaardigheid onder jongeren. Dat de toegang tot bibliotheken ons zolang is ontzegd, is daarom schandalig. De rijen voor de kledingzaken gaan de hoek om, maar de deur van de bieb blijft dicht. Noem mij een vage intellectueel, maar ik geloof nog steeds in de helende, troostende en vormende werking van het boek. En broeken slijten, boeken niet. We moeten jonge mensen zoveel mogelijk de kans geven tegen een nieuwe papieren liefde aan te lopen. Alle drempels richting de bibliotheek, maar ook het museum, de schouwburg en de concertzaal, moeten volledig geslecht worden.

Op het schutblad van mijn exemplaar van Zomervlucht hebben mijn vrienden hun namen geschreven. ‘Na je 18e zie je dingen anders’, schreef Berend en hij tekende er een ribbenkubus bij die je op twee manier kan zien. Hij had gelijk, want taal had dat jaar een ander gezicht gekregen.