zondag 7 juli 2024

Historisch kroegcollege

Het is intussen meer dan twaalf jaar geleden dat ik samen met collega Herman een kroegcollege organiseerde in een paviljoen aan de oever van de Leijen, het ondiepe laagveenmeer in Zuidoost Friesland. We gaven toen aan zo’n 60 leerlingen college over onze stokpaardjes binnen de examenonderwerpen en speelden als toegift een lied van Bob Dylan. 

Herman was een fantastische collega - hij reed motor, maakte zijn eigen geweerlopen, schoot daarmee eens per ongeluk een geweldig gat in zijn schuur, gaf Duits en geschiedenis en had lak aan regels, maar hij is intussen naar de eeuwige jachtvelden gegaan. Ik moest, zoals wel vaker, aan hem denken en toen bedacht ik: het is weer tijd voor een kroegcollege, in de geest van Herman. 

Mijn collega en ik besloten de examenkandidaten uit te nodigen voor een pubquiz in cafĂ© de Keyzer, in de Ellebogenbuurt van Groningen. Zelf kwamen we er regelmatig als student, maar de bruine kroeg bleek bij binnenkomst niet meer de plek van onze herinnering. Hier en daar hingen nog wel de Napoleon-parafernalia die we herkenden, maar veel leek al van de muren gehaald. Er hing een bedrukte sfeer. Paul, de baas, een zestiger, zei: 'Jullie hebben mazzel, eigenlijk ben ik dicht.’ Wat we niet gelijk, maar pas na enig doorvragen begrepen: de Keyzer ging definitief de deuren sluiten. De nieuwe verhuurder had de huur met zo’n 1200 euro verhoogd en dat kon Paul niet ophoesten. Hij was zichtbaar in de mineur. 

'Jullie hebben mazzel, eigenlijk ben ik dicht.' (sikkom.nl)

Het was de kroeg zelf ook aan te zien. Niet alleen was de Napoleon-gekkigheid achter de bar verdwenen, op de door ons gereserveerde bovenverdieping troffen we een omgevallen tafel, kapotte en gestapelde stoelen, confetti, vergeelde slingers - alles onder een laag stof bedekt. Het laatste feestje was al een tijdje geleden en van opruimen was het duidelijk niet meer gekomen. We konden beneden terecht, de kroeg was toch leeg. Het biertje dat Paul ons tapte smaakte naar vergeten leidingen, maar, en dat was een opsteker, de kastelein was Napoleon-kenner en kreeg weer een glinstering in de ogen toen we hem vertelden dat verschillende vragen over de kleine keizer zouden gaan. Hij wist ze inderdaad (over Napoleons zinken bad, over zijn geschreven wens aan Josephine zich niet te wassen) te beantwoorden en hij herkende de jonge Napoleon in de plaatjesronde. 

De opkomst was geweldig, bijna alle leerlingen die konden komen, waren er. De Keyzer zat stampvol, als vanouds. Paul gaf ons een microfoon, hij tapte ons nog een vies biertje, we drukten de oude beamer aan met een paraplu en we vlogen door de zeven rondes heen. Het werd een historische avond in een kroeg die voorgoed de deuren sluit, met Herman in de herinnering en met een groep geweldige leerlingen die ons straks zullen uitzwaaien op weg naar hun volgende leven. 

Deze column verscheen in Kleio 4, juli 2024