woensdag 4 november 2009

'Meneer, waarom geeft u niet het vak toekomst?'

Eén van mijn leerlingen vroeg mij deze week: ‘Maar meneer, waarom geeft u niet het vak toekomst? Wat moeten we met geschiedenis?’ Ik legde hem uit dat er een aanzienlijke kans aanwezig is dat hij en zijn klasgenoten een baan zullen krijgen die op dit moment nog niet eens bestaat. De wereld verandert razendsnel en in onvoorspelbare richtingen. De tien banen waar momenteel de meeste mensen voor gevraagd worden, bestonden vijf jaar geleden nog niet. Hoe zou ik het vak toekomst kunnen geven als die in nevelen is gehuld?

Zeker, ook in de geschiedenis kamp je met slecht zicht, maar wát we er van weten helpt ons om de valkuilen te mijden waar onze voorouders in kukelden. Meer nog leert het ons de moderne wereld te kennen. Kennen we haar geschiedenis niet, dan begrijpen we haar huidige toestand niet en zijn we in onze steun aan die wereld op voorhand vleugellam. Met dit argument was mijn vak tegenover de groep leerlingen verdedigd, maar toch bleef de pientere vraag van die snotaap in mijn hoofd nagalmen. Want inderdaad, waar bereiden we onze leerlingen op voor? Doen we dat eigenlijk wel goed?

Kinderen die dit jaar hun eerste stappen in het voortgezet onderwijs zetten, beginnen vanaf ongeveer 2020 met werken en vieren in 2064 hun zevenenzestigste verjaardag in een wereld vol goederen en diensten waar nu nog geen namen voor zijn en problemen die we nooit als problemen herkenden. Deze leerlingen zullen niet veertig jaar voor dezelfde baas werken. Ze werken voor vijf, tien of zelfs vijftien bazen tot ze, ergens na hun zeventigste, stoppen met werken. De wereld waarin ze leven is snel, voortdurend in verandering, kent een ‘information overload’ en vereist gepaste vaardigheden. En dan doel ik uiteraard niet op blind duimtypen of simultaanchatten.

Nee. Volgens mij moeten docenten op de eerste plaats leerlingen leren hóe je moet leren. Hoe verwerf je kennis en hoe sla je die op? Kinderen moeten bedreven raken in het benaderen van teksten en het filteren van informatie: welke gegevens zijn belangrijk en welke nutteloos? In de 21ste eeuw is eigenlijk iedereen redacteur. Elk blogt, uploadt en netwerkt er op los. Kinderen moeten leren de grote stroom informatie kritisch te beoordelen, te gebruiken en te delen.

Ook moeten we zoveel mogelijk ruimte bieden aan de creativiteit van leerlingen. Dat kan binnen elk vak. Kern van de zaak is dat leerlingen de kans geboden wordt op een eigen, authentieke manier naar dingen te kijken. Geef de leerlingen problemen, geen kant en klare oplossingen. Spreek hun verbeeldingskracht aan en prikkel ze creatief na te denken. Deze nieuwe eeuw vereist aanpassingsvermogen en oplossingsgerichtheid, dus creatieve geesten.

Het is de vraag of het huidige vakkenaanbod de leerlingen een gedegen voorbereiding geeft op de toekomst. Ik denk van wel. Of beter gezegd: ik denk niet dat het huidige curriculum een solide opleiding in de weg staat. De veranderingen moeten in eerste instantie binnen de vakken plaatsvinden. Niettemin is het ondenkbaar dat het onderwijssysteem blijft zoals het is. Maar laten we in hemelsnaam niet weer in dezelfde valkuil trappen. Voordat we nieuwe onderwijswegen inslaan, zullen we die eerst grondig moeten onderzoeken. Die les hebben we inmiddels toch wel geleerd?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten