Nieuwsgierig geworden door de uitreiking van de Sonja
Barend-award voor het beste interview van het afgelopen jaar ging ik door de
longlist van genomineerden. De meeste gesprekken had ik al gezien, maar het
gesprek van Kefah Allush met Joost Prinsen (in een aflevering van De Kist) en de prachtige aflevering uit
de serie Americanos van Stef Biemans
had ik gemist.
Net zoals het winnende interview van Janine Abbringh met
burgemeester Eberhart van der Laan en het veelbesproken gesprek van Wilfried de
Jong met koning Willem-Alexander, gingen deze gesprekken (deels) over de dood.
De dood blijkt een graag geziene gast.
De aflevering van de VPRO-serie Americanos ging over Mexicaanse vluchtelingen die in groten getale
het leven laten in de zinderende hitte van de woestijn van Arizona. Waar de
dode vrienden van Joost Prinsen namen hadden - Willem Wilmink, Harry Bannink,
Martin van Dijk - zijn de doden aan de Mexicaans-Amerikaanse grens niet zelden
anoniem. De stoffelijke overschotten liggen zij aan zij onder het pantoniem
John Doe in een Amerikaans mortuarium. Gelijken in hun dodennaam.
De geschiedenis bulkt van de anoniem gestorvenen. Meestal zijn
het oorlogsdoden. In verschillende landen zijn monumenten opgericht voor deze
naamlozen. Het bekendste is waarschijnlijk het Graf van de onbekende soldaat
bij de Arc de Triomphe in Parijs: ‘ici repose un soldat Français mort pour la
patrie’, staat erbij. Niemand weet wie hij is.
Het was aan de 19-jarige infanterist Auguste Thin om op 10
november 1920 de onbekende soldaat van Parijs te kiezen. Hij hield een boeket
rode en witte anjers in zijn hand. De acht anonieme kisten, bedekt met de
Franse vlag, waren tevoren geselecteerd door acht verschillende commandanten,
toen nog rond geschoven om elke voorkeur uit te sluiten en stonden uiteindelijk
strak opgesteld in twee rijen van vier. Toen legde de jonge soldaat het boeket
anjers neer. Op kist zes. Thin kwam uit het zesde korps en de som van de
cijfers van zijn regiment - regiment 123 - was ook zes. Vandaar.
Elke oorlog heeft zijn anonieme doden. Hun lichamen
onidentificeerbaar door ernstige verminkingen: uiteengereten door
granaatscherven, verbrand in een vuurzee of aangevreten door de natuur, omdat
het zielloze lichaam in de hectiek achtergelaten moest worden. Het hoort bij
oorlog.
Maar het zou niet bij vrede mogen horen. Een mens kan drie
weken zonder eten. Drie dagen zonder drinken. Drie minuten zonder zuurstof.
Drie seconden zonder hoop. Dat is wat de vluchtelingen uit Mexico zichzelf
voorhouden. Veel van hen komen om van de dorst en uitputting, de hoop
tevergeefs. Ze zijn geen soldaten. Misschien wel helden. Ze stierven anoniem in
vredestijd - de woestijn het graf van de onbekende vluchteling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten