vrijdag 22 december 2017

Anonieme doden

Nieuwsgierig geworden door de uitreiking van de Sonja Barend-award voor het beste interview van het afgelopen jaar ging ik door de longlist van genomineerden. De meeste gesprekken had ik al gezien, maar het gesprek van Kefah Allush met Joost Prinsen (in een aflevering van De Kist) en de prachtige aflevering uit de serie Americanos van Stef Biemans had ik gemist.

Net zoals het winnende interview van Janine Abbringh met burgemeester Eberhart van der Laan en het veelbesproken gesprek van Wilfried de Jong met koning Willem-Alexander, gingen deze gesprekken (deels) over de dood. De dood blijkt een graag geziene gast.

De aflevering van de VPRO-serie Americanos ging over Mexicaanse vluchtelingen die in groten getale het leven laten in de zinderende hitte van de woestijn van Arizona. Waar de dode vrienden van Joost Prinsen namen hadden - Willem Wilmink, Harry Bannink, Martin van Dijk - zijn de doden aan de Mexicaans-Amerikaanse grens niet zelden anoniem. De stoffelijke overschotten liggen zij aan zij onder het pantoniem John Doe in een Amerikaans mortuarium. Gelijken in hun dodennaam.  

De geschiedenis bulkt van de anoniem gestorvenen. Meestal zijn het oorlogsdoden. In verschillende landen zijn monumenten opgericht voor deze naamlozen. Het bekendste is waarschijnlijk het Graf van de onbekende soldaat bij de Arc de Triomphe in Parijs: ‘ici repose un soldat Français mort pour la patrie’, staat erbij. Niemand weet wie hij is.

Het was aan de 19-jarige infanterist Auguste Thin om op 10 november 1920 de onbekende soldaat van Parijs te kiezen. Hij hield een boeket rode en witte anjers in zijn hand. De acht anonieme kisten, bedekt met de Franse vlag, waren tevoren geselecteerd door acht verschillende commandanten, toen nog rond geschoven om elke voorkeur uit te sluiten en stonden uiteindelijk strak opgesteld in twee rijen van vier. Toen legde de jonge soldaat het boeket anjers neer. Op kist zes. Thin kwam uit het zesde korps en de som van de cijfers van zijn regiment - regiment 123 - was ook zes. Vandaar.

Elke oorlog heeft zijn anonieme doden. Hun lichamen onidentificeerbaar door ernstige verminkingen: uiteengereten door granaatscherven, verbrand in een vuurzee of aangevreten door de natuur, omdat het zielloze lichaam in de hectiek achtergelaten moest worden. Het hoort bij oorlog.

Maar het zou niet bij vrede mogen horen. Een mens kan drie weken zonder eten. Drie dagen zonder drinken. Drie minuten zonder zuurstof. Drie seconden zonder hoop. Dat is wat de vluchtelingen uit Mexico zichzelf voorhouden. Veel van hen komen om van de dorst en uitputting, de hoop tevergeefs. Ze zijn geen soldaten. Misschien wel helden. Ze stierven anoniem in vredestijd - de woestijn het graf van de onbekende vluchteling.

Gepubliceerd in Kleio / december 2017


Geen opmerkingen:

Een reactie posten