maandag 8 mei 2023

Het gymnasium

Het gymnasium kampt met een imagoprobleem. Gymnasia vergroten de kloof, zeggen ze, want het is de elite die haar kinderen naar het gymnasium stuurt, terwijl die koters niet per se meer talent hebben dan leerlingen die naar een ‘gewoon’ vwo gaan. Dat maakt het gymnasium exclusief. 


In mijn klassen zitten inderdaad leerlingen van wie de ouders hoogopgeleid zijn. In hun huizen liggen boeken, men speelt een instrument en er is geld voor vakanties en musea. Het culturele kapitaal wordt met de zilveren lepel gevoerd en als het even kan is het gymnasium na de basisschool een logische stap. Het gymnasium is overwegend stedelijk en wit. Voor heel veel gezinnen (van buiten de stad, uit bepaalde stadswijken of met een migratieachtergrond) is het gymnasium echt een ver-van-mijn-bed-show - de optie bestáát eigenlijk niet eens. Zelfselectie is op zichzelf prima - je moet het maar willen - maar het is wel jammer. 


Want hoewel het ook gewoon maar een school met lastige pubers is, feitelijk is een (categoraal) gymnasium de school die je elk kind toewenst. In de golf van schaalvergroting zijn gymnasia klein gebleven. De lijnen zijn kort, de sfeer is persoonlijk, het bedrijfsmatige van de grote scholengemeenschappen ontbreekt. Docenten zijn vaak eerstegraads opgeleide academici en aan de leerlingen worden hoge eisen gesteld. Gymnasia hebben minder last van onderwijskwalen: geld verkwistende bestuurders en middenmanagers zijn er nauwelijks, het lerarentekort is nog niet zo’n probleem en met de werkdruk valt het ook wel mee. Goed, ik spreek in algemeenheden en er zijn uitzonderingen, maar het komt hier op neer: waar het op zoveel onderdelen in het Nederlandse onderwijs spaak loopt, daar blijft het gymnasium overeind. 


Op het gymnasium leer je Grieks en Latijn

Het gymnasium is niet exclusief: iedereen met een vwo-advies kan er naar toe. Gelukkig zijn ook genoeg van mijn leerlingen de eerste in hun familie die richting de universiteit gaan. Sommigen komen van ver met de (elektrische) fiets of het openbaar vervoer naar de stad, maar het zijn er te weinig. 


Schooladviezen blijken vaak gestoeld op vooringenomenheid: de basisschoolleerlingen van wie men iets verwacht, krijgen het voordeel van de twijfel. Dat advies bepaalt nu waar de leerling naar toe kan. De eindtoets die daarna nog volgt, komt momenteel ná de inschrijvingsdatum. Hier komt gelukkig een eind aan. Vanaf 2024 kan de vervangende ‘doorstroomtoets’ het schooladvies nog beïnvloeden. 


Veel leerlingen zijn bovendien nog te jong om te bepalen waar ze thuishoren. Het (voorlopig bevroren) idee van de Onderwijsraad om een driejarige brugperiode in te voeren is daarom goed - dan kan die selectie later plaatsvinden. 


Het beeld van het gymnasium moet op de schop. In plaats van een elitaire kloofvergroter kan het gymnasium juist een gelijkmaker zijn, want voor heel veel kinderen voor wie het geen optie lijkt, zou het juist de plek zijn waar ze hun geluk vinden. 


Verscheen in Kleio 4 (jaargang 64)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten