dinsdag 16 februari 2010

Opel Corsa

Voor veel jongens hebben auto’s een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Dat begint vaak al op jonge leeftijd. In het babyzitje op de achterbank verschijnt een glimlach als de motor gestart wordt. Op de driewieler neuriet de jonge knaap al motorgeluidjes. Later wordt aan de wielvork van de fiets een speelkaart bevestigd die door aanraking van de spaken ratelt als een motor. Nog weer later wordt een brommer aangeschaft en op de achttiende verjaardag staat de lesauto voor de deur. Eindelijk. Lessen!

Zo’n jongen is Douwe. Douwe is een klein blond baasje van dertien, misschien net veertien jaar oud, met verstand van auto’s. Hij zit in de tweede klas. Eerder had hij zijn verbazing al geuit over het feit dat ik op mijn leeftijd nog geen rijbewijs had. Sinds de dag dat ik het applaus van de klas ontving voor het behalen van het roze brevet, vroeg Douwe of de aanschaf van een voertuig enigszins vorderde. En waar mijn interesse naar uitging.

Mijn interesse! Ik had geen idee. Zelf was ik als kind geïnteresseerd in planeten en vogels. Iets later in geschiedenis. Pas toen ik bijna dertig was ontspon zich het idee autorijlessen te nemen. Nu ik plotseling mijn rijbewijs had, was ik geheel in het ongewisse wat betreft de aanschaf van een vehikel.

Een aantal jongens uit de zesde meende dat ik maar een Audi moest kopen. Dat reed wel lekker. Ze keken voor me op Marktplaats. Of een Volkswagen, meneer! Ik dacht aan mijn leeftijdsgenoten uit het dorp die op hun achttiende allemaal een Golf GTI aanschaften en daarmee tegen een boom reden. Of het kanaal in. En die zelf sleutelden aan hun auto. Nieuwe uitlaat, spoilers, de hele reutemeteut. Altijd zwarte handen, die jongens. Ik zette liever nieuwe snaren op mijn gitaar.

Collega’s zagen mij wel in een Mercedes rijden. Of in een Saab. Ja, een Saab, dat past wel bij een docent geschiedenis. Welnu, alle raad ten spijt, het is een Opel Corsa geworden. Voor vijfhonderd ballen. Ik ben de koning te rijk.

Hoewel.

In de personeelskamer kan ik maar beter mijn mond houden over mijn turqoise Corsa, want ik ben van de ene op de andere dag gedegradeerd tot onderwerp van scherts. Hoe laat ben je vandaag klaar, Jelte? Vier uur, hoezo? Nou, dan zorg ik ervoor dat ik wat eerder weg ben. Oh zo. Zeg Jelte, ga je ook carpoolen? Misschien wel. Wel een aanrader hoor. Hoezo? Dan heb je wat hulp met aanduwen. Oh zo. Zeg Jelte, je moet niet teveel praten over je Opel Corsa. Hoezo? Over sommige dingen kun je beter niet praten, weet je wel. Oh zo.

De eerste dag dat ik per auto naar mijn werk reed, nam ik voor de zekerheid twee collega’s mee terug naar Groningen. Je weet maar nooit. Straks pech.

Toen ik tweedeklasser Douwe vorige week toefluisterde dat het een Corsa voor 500 euro geworden was, keek hij op. Welk jaar? Vierennegentig. Hoeveel op de teller? Iets meer dan 180.000. Dat is niet veel. Mijn opa heeft ook een Corsa. Via Marktplaats. Trekt wel lekker op, hè? Elektrische ramen? Ja, elektrische ramen. Drie- of vijfdeurs? Vijfdeurs. Nou meneer, dat is een goede deal.

Ik heb me voorgenomen op school alleen nog met Douwe over mijn Corsa te praten. Die heeft namelijk verstand van auto’s.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten