woensdag 16 maart 2011

Machtige ouders

Achter een klas van dertig leerlingen staan bijna zestig ouders. En ja, ik heb geregeld het idee dat ik die zestig ouders lesgeef. Ze willen het beste voor hun kind, uiteraard, en dat is terecht. Maar het lijkt nu en dan alsof elke dwaling van de school er een teveel is. Als haviken cirkelen de ouders boven het gebouw. Het gaat niet om goed onderwijs – het gaat er altijd over dat onderwijs beter kan. Daarover bellen en mailen de ouders.
    Ik vraag me herhaaldelijk af wie de poppenspeler is en wie de marionet in het onderwijs. Ik geloof dat de poppenspeler zelf een marionet is, die een poppenspeler is, die weer een marionet is. Elk trekt aan elk in dit schimmige spel. De inspectie trekt eens aan een arm, de media trekken dan weer aan een been, besturen trekken aan een kop en de ouders trekken ook nog eens aan allerlei touwtjes dat het een lieve lust is. En kijk: de schooldirectie danst de horlepiep.
Er is geen enkel bedrijf waar zoveel mensen over meepraten als over het schoolbedrijf. De ouders voorop. En zo staan achter elke cliënt twee advocaten die om de haverklap verhaal komen halen. Wat een gedoe! Laat de school eens met rust, dan kan er aan duurzame kwaliteit gewerkt worden. Maar ja, het is wel hun kind. En sommige klachten – die raken aan de kwaliteit van het onderwijs – zijn overigens zeer gegrond. Dat moet gezegd.
    Maar oef, de arm van de ouders reikt tot in de poriën van de school. Zo waren wij in de onderbouw gewoon gele papiertjes uit te schrijven als leerlingen hun huiswerk niet hadden gemaakt, boeken waren vergeten of zich anderszins vergist hadden. Een waarschuwingspapier inderdaad. Het papier bestaat nog steeds, maar de kleur is veranderd. Volgens sommige ouders was de associatie met de gele kaart van het voetbalspel te evident. Zo moesten de kinderen het niet ervaren. Nu delen we blauwe kaarten uit. Het deed me denken aan die kleurdidactici die beweerden dat het nakijken van tentamens met een groene in plaats van rode pen dient te geschieden. Ammehoela, laat me niet lachen! Goed is goed en fout is fout en zulke kleurdidactiek is goed fout.
    Ik ken de verhalen van scholen in het land. Als een docent een aantal dagen afwezig is, trekken de eerste ouders al aan de bel. Hun kind moet les krijgen en wel meteen. De teamleider, onder druk gezet, belt met de zieke collega die tegen overspannenheid aanzit. Er ontstaat een cirkel, aangezet door de ouders, maar gecompleteerd door de teamleider: de zieke docent komt te vroeg terug en zit enkele weken later bij de bedrijfsarts. Er vallen meer lessen uit. Ouders bellen weer. Teamleider belt weer. Docent blijft nog langer weg. Er komt een onbevoegde invaller. Ouders bellen weer, teamleider belt weer en het einde is zoek. Zulke dingen gebeuren. Ik hoor ervan.
    Eén brief uit het ouderlijke kamp is vaak genoeg om een directie aan het twijfelen te brengen. Wat ouders niet zien bestaat niet, maar wat ze wel zien wordt vlug gladgestreken. Er wordt mooi weer gespeeld. Alles draait om uitstraling. Om de glossy. Ik ken een school waar één klas inhaaluren kreeg, omdat ouders aan de telefoon hingen, terwijl een andere klas, die evengoed extra uren nodig had, ze niet kreeg. Tja, dan moeten de ouders maar bellen.
Ik vind dat een sterke directie vóór goed onderwijs en áchter haar mensen moet staan, niet voor goede uitstraling en achter de ouders. Een directie moet keuzes maken en moet die kunnen verdedigen tegenover critici. Meewaaien met de wind van haarklovers is fnuikend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten