maandag 6 februari 2012

Kerstpakketgevoel

In de aanloop naar de kerstvakantie die het schooljaar in tweeën breekt, sluipt een sfeer in het schoolgebouw die smaakt naar warme chocolademelk. In de personeelskamer heeft een conciërge de heidense spar weer opgetuigd. De kerststukjes schijnen in al hun lelijkheid en op de radio kabbelt zachtjes de bekende lijst kerstklassiekers. Docenten neuriën mee, kloppen elkaar bij de koffiemachine op de schouder en zeggen zonder woorden: nog even jongens, dan is het vakantie.

Zo geleidelijk als die warme-chocolade-melksfeer kwam, zo plotseling staat in de hoek van de personeelskamer opeens een muur van dozen – zo hoog, dat het binnenvallende decemberlicht geweerd wordt en de personeelskamer in een gezellige donkerte gehuld gaat. Eerst ligt er een gordijn over de dozenmuur, maar de nieuwsgierigen hebben er al lang onder gekeken: het zijn de kerstpakketten. Iemand is er zelfs al mee naar huis gegaan. Onder de snelbinders.

En hoe lijkt het, vraag iemand. Niet groot dit jaar, fluistert een ander. Het geld is op, zegt de derde.

Als het gordijn er eenmaal is afgehaald zoek ik mijn gezelligheidsdoos tussen de meer dan honderd andere. Ik schud de doos, terwijl ik mijn oor er tegenaan leg, en herken gelijk het klotsen van de wijn. De kerstman zij dank, er is wijn. Tegen het zere been van de kerstpakketpuristen, open ik de doos om het wijnetiket te bestuderen. Al snel staan collega's om mij heen, de keurende blik over mijn schouder ín de doos gericht. Mijn doos is die middag demodoos.

Een kerstpakket staat anno 2011 garant voor gesabbel. Dat was toch anders toen de boer voor de kerst zijn knecht een doos etenswaren meegaf. Reken maar dat die knecht de koning te rijk was met dat overlevingspakket vol brood en spijs in die barre winters van toen. En óf, dat hij na tweede kerstdag opgeladen en gemotiveerd en met een gulle lach terugkeerde naar het boerenbedrijf. En dat hij, hoe hard de grond ook bevroren was, de spade de grond injoeg alsof het boerenleven er van afhing. Dat deed een kerstpakket toen met de werknemer.

En dan nu. Ik denk soms dat alleen een iPad nog zou voldoen, want recessie of geen recessie, we hebben zelf altijd nóg betere wijn in huis en pas op, onze borrelschaaltjes zijn ontworpen door een échte designmeneer. En wie eet er nog ragout? Of kaasvlinders? Dat gebruikt Jamie Oliver toch ook niet in de keuken?

Bij thuiskomst zet ik de geopende doos op de keukentafel om de inhoud nauwkeuriger te bestuderen. De losjes beschilderde schaaltjes zijn nogal fragiel en het kistje waar alles in zit onbruikbaar, maar misschien goed voor de haard, zeg ik tegen mijn vrouw. Verder zulks als nootjes, chocolade en thee, het geheel op een bedje van nephooi dat, als ik het uit de kist pak, aanvoelt als kant-en-klaarnoedels die nog gekookt moeten worden en dat ontzettend veel rommel geeft, zodat ik even later met de stofzuiger in de weer moet.

Sla mij maar over volgend jaar, stort mijn deel maar op giro zoveel, schreeuw ik door het geblaas van de stofzuiger heen naar mijn vrouw.

Dan geeft ze mij de envelop die ook in de doos zat. Ik open die en lees tot mijn schrik dat het houten kistje gemaakt is door leerlingen van de praktijkafdeling, evenals de kwetsbare schaaltjes met het abstracte verfpatroon. Er staan zelfs foto's bij van de lieve jongelui, gewapend met verfkwasten en schroevendraaiers.

Opeens vind ik het kistje en de schaaltjes ontroerend mooi. Dat is ook kerst.

Ze staan nu in de kelder op een plank. Ik ga er geen vuur van stoken, ze misschien af en toe gebruiken, maar ik ga ze zeker niet weggooien. Het is goed zo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten