Ze zei dat ze zich vroeger wel eens buitengesloten had
gevoeld, omdat ze niet bij de groep hoorde. Maar nu was het goed. De
vriendinnen hadden de kwestie uitgesproken in een groepsgesprek, zei ze. Een
gezellig beeld nestelde zich in mijn hoofd, van jonge dames tussen stapels
kussens en meisjesbladen, elk een flinke mok thee omklemd, snoepend van de
schaal zelfgebakken koekjes en dan bijpraten en giechelen. Maar toen, als een
flits, wiste de echo van haar laatste woord het knusse beeld in mijn hoofd. Oh,
natuurlijk, een groépsgesprek.
WhatsApp is een
tweede realiteit, parallel aan die van opstaan, naar school fietsen, lessen
volgen, naar huis gaan en slapen gaan. Soms zelfs heeft een hele klas een
groepsgesprek. Dat kan handig zijn als er een les uitvalt, maar de druk die het
tegelijk oplevert moet gigantisch zijn. Altijd maar spitsvondig uit de hoek
komen is een hele opgave. En je mag niets missen. Ik las dat pubers soms wel
600 berichten per dag binnenkrijgen. Zoveel persoonlijke berichten ontving men
kortgeleden niet eens in een mensenleven.
Als ik vroeger
thuiskwam van school, een kop thee had gedronken bij mijn moeder aan de
keukentafel en de deur van mijn jongenskamer achter me dichttrok, liet ik de
sociale wereld achter me. Deze schermgeneratie kent die rust niet meer. Zo
simpel is het. Er hoeft maar één klasgenoot 's nachts iets te schrijven en de
rest wordt wakker van het inkomende bericht. Gedeelde foto's, bedoeld voor een
enkeling, zijn in een veeg doorgestuurd naar zulke groepen.
Een tweede meisje kwam
vorige week betraand in de les. Ik nam haar even apart; ze vertelde dat ze
ruzie had gemaakt met haar vriend. En ze had het deze keer behoorlijk verknald.
Ik meende in mijn naïviteit natuurlijk dat ze buiten op het plein een fikse
ruzie had gehad, maar nee, de woordenwisseling had online plaatsgevonden. Ze
was duidelijk geëmoticoneerd – emotioneel door emoticons. Ik zei nog, maar ja,
meid, pas toch op, je kan je ook niet genuanceerd uitdrukken op WhatsApp.
Ik dacht, ga toch lekker bij elkaar zitten. Luister. Kijk. Voel. Ruik. Proef.
Het blijkt dat vooral
meisjes veel tijd besteden aan social media. Games zijn het terrein van
jongens. Jongens willen asociale actie, meisjes sociale interactie.
De nieuwe zedenzaak
kan niemand ontgaan zijn. De kranten vroegen zich op de voorpagina's af wat de
betrokken meisjes bezielde. De Volkskrant kopte: 'Waarom gaat meisje
zo'n contact aan?', de NRC next: 'Waarom doet een meisje dit?'. Beide
kranten gingen uit van het slachtoffer. Wat de pedofiel bezielt is geen vraag
meer.
Maar inderdaad, waarom
doen meisjes het dan? Volgens de Volkskrant is het hun fantasie die met
ze aan de haal gaat. In plaats van met de onbereikbare Justin Bieber of
gymleraar (of geschiedenisleraar natuurlijk) leggen ze het aan met de
bereikbare onbekende 'groomer', waarvan ze denken dat het een aardige
knul is. NRC next laat zien dat het
delen van pikante foto's en filmpjes normaler aan het worden is. En dat sommige
meisjes kwetsbaarder zijn dan andere. Viezeriken gooien honderden hengels uit
en wachten tot een meisje bijt. De schermgeneratie is een gemakkelijke prooi.
Het is aan ouders op te letten en het is aan de kinderen gewoon weer kind te
worden.
Want meisjes, kijk nou
eens om je heen in het klaslokaal of in de discotheek. Zien jullie ze niet
staan, de onzekere, lieve, puistige Friese jongens die smachten naar jullie
aandacht? Meer dan een zoen hoeven ze niet. En praat er daarna over met je
vriendinnen, tussen stapels kussens, met een warme kop thee en zelfgebakken
koekjes. Luister. Voel. Kijk. Ruik. Proef.
(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 17-10-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten