maandag 4 november 2019

In de rij

Ik heb mijn leerlingen altijd gestimuleerd de wereld te verkennen, omdat ik - naar Confucius - meende dat het beter was een mijl te reizen dan duizend boeken te lezen. Maar anno 2019 is mijn aanmoediging niet alleen overbodig - voor veel van mijn leerlingen is een overzeese vakantie de normaalste zaak van de wereld geworden - mijn aanmoediging is vooral misplaatst, want massatoerisme bedreigt de wereld. 

Proppen is het: de toeristen passen bijna niet meer door de trechter van de branche. Het aantal reizigers wereldwijd steeg sinds 1950 van 25 miljoen naar 1.4 miljard. De meeste daarvan togen naar Frankrijk, Spanje, de Verenigde Staten en China. Massatoerisme is een plaag geworden en het merkwaardige is dit: ik hekel het fenomeen, maar sta óók in de rij voor de Sixtijnse Kapel - ik was deze zomer in Italië. 

AP: Climbers on Mount Everest 190522
Zelfs op de hoogste bergtop buitelen toeristen over elkaar
Nirmal Purja | @Nimsdai Project Possible via AP
Maar kijk. Zelfs op de hoogste bergtop buitelen toeristen over elkaar. De suppoosten van het Louvre staakten, omdat de rijen steeds langer en onfatsoenlijker werden. In Dubrovnik worden de inwoners gek van de toenemende stroom Game-Of-Thrones-fans. In Venetië woont bijna geen Venetiaan meer, omdat ze vluchtten voor de rolkoffers en cruiseschepen. Openluchtmuseum Rome kampt met zoveel overlast dat de burgemeester heeft besloten boetes uit te delen voor pootjebaden in de Trevifontein of ijs eten op de Spaanse Trappen.  

Afbeeldingsresultaat voor cruiseschip venetie
In Venetië woont bijna geen Venetiaan meer, omdat ze vluchten voor rolkoffers en cruiseschepen | Foto: EPA
Het is de paradox van het toerisme. Een mooie plek trekt veel mensen waardoor die vanzelf lelijk wordt. De souvenirwinkels, de fastfoodrestaurants en de toeristen zelf: ze zijn lelijk en niet op hun plek. Als mensen op vakantie zijn, zijn ze op hun allerlelijkst. Ze claimen de stad, werken hun to-do-lijstjes af en smelten vervolgens tot hoopjes ellende in de snikhete rij voor een kathedraal. Ze vernielen, vervuilen en overschreeuwen de plekken die ze afvinken. De ziel van de historische plek slijt onder hun voeten tot gruis.

Ach, misschien overdrijf ik een beetje. 

Maar zoals ik zei, ik was in Italië en in de gangen van de Vaticaanse musea bewoog ik me door een woud van rugtassen en selfie-sticks. Het rook er naar zweet en zonnebrandcrème en de kleverige massa trok met gebogen nek en opgeheven stick langs de mooiste kunstschatten, maar vergat te kijken. Alleen het onvermoeibare oog van de camera documenteerde. Toen ik in Florence naar Da Vinci’s eerste penseelstreken stond te gluren, werd ik wegge-psst door een ongeduldige toerist die zijn kinderen op de foto wilde zetten. 

Een woud van rugtassen en selfie-sticks | foto: JP
Ik wil er niet meer aan meedoen. En ik wil dat mijn leerlingen niet zo worden. Het is tijd om Confucius’ woorden te herschrijven, want het is anno 2019 verstandiger een boek te lezen dan duizend mijl te reizen. 

deze column verscheen in
Kleio #6 | jaargang 60 | november 2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten