Posts tonen met het label geschiedenis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geschiedenis. Alle posts tonen

dinsdag 27 mei 2014

Glasnost / Geschiedenis van alledaagse dingen / Van Rubens tot Barbie

    
Klik hier voor een opname van mijn eerste bijdrage - tijdens de Nacht van Kunst en Wetenschap - aan het radioprogramma Glasnost. Of kijk hier en ontdek wat het geweldige programma nog meer te bieden heeft. 

Je kan mijn les ook meelezen:


Van Rubens tot Barbie – de geschiedenis van vrouwelijke schoonheid
Het was 6 december 1630 toen de toen 53-jarige schilder Peter Paul Rubens trouwde met Hélène Fourment. Zij was een stevige tante, kunnen we gerust zeggen, en slechts 16 jaar oud. Maar ze was van een oogverblindende schoonheid. Ferdinand van Oostenrijk noemde haar 'ongetwijfeld de mooiste die men hier in Antwerpen kan zien...'. Ja, voluptueus, gevuld, gevleesd, kortom dik was mooi in Rubens' tijd en Hélène beantwoordde aan dat schoonheidsideaal.

De uitdrukking luidt 'schoonheid is in de ogen van de toeschouwer', maar we moeten beseffen dat de blik van de toeschouwer door de geschiedenis heen grillig is, bepaald door tijd en plaats. En toch: ook te vatten in wetenschappelijke regels.

Een stevige kont en flinke tieten en soms ook een uit de kluiten gewassen vagina, dat hebben ook de zogeheten prehistorische Venusbeeldjes. Ze hebben een kont waar je een kop koffie op kan zetten. Tieten waartussen je zou kunnen verdwalen. Men denkt dat de beeldjes vruchtbaarheid weergaven, een vrouwelijke schepper misschien.
In Berlijn stond ik eens oog in oog met de kalkstenen buste van Nefertiti, de über-babe van het oude Egypte. Ik was nou niet meteen onder de indruk. Dat ontbrekende linkeroog, die kapotte oren, de serpenten-nek, die malle pet. En toch raakte ik al snel geboeid door die scherpe lijnen, die perfecte symmetrie.

Symmetrie. Inderdaad. Men zegt dat vrouwen eenvoudiger tot een orgasme komen als de man een symmetrisch gezicht heeft. Dat is balen, want mijn hoofd is ietwat scheef.
Vaker dan eens probeerden wetenschappers schoonheid in formules te vangen. Leonardo da Vinci gebruikte de formules van Vitrivius, de Romeinse architect, en kwam zo tot zijn tekening van de mens. Ik zag de tekening – nu weer voor decennia opgeborgen in donkere kelders – vorig jaar in Venetië en maakte stiekem een foto. Schoonheid gevangen in maten. De lengte van de uitgestrekte armen van deze perfecte mens staat gelijk aan de lichaamslengte. De voetlengte is 1/6 daarvan. De hand 1/10, net zoals de afstand tussen haargrens en kin. En zo gaat het nog even verder. Pak de rolmaat er thuis maar even bij.

Da Vinci maakte gebruik van de gulden snede, misschien zonder dat hij dat doorhad. Het gulden getal, 1.618 – tot in de 19e eeuw slechts te vinden op het terrein van de wiskunde – zou de sleutel tot schoonheid in natuur, architectuur, schilderkunst en ook het menselijke gelaat zijn. Inderdaad, schoonheid, gevangen in regels.

Maar schoonheid kun je ook een handje helpen.

Zo was een door de zon gekleurd gezicht in veel tijden en culturen 'not done'. Hier vlakbij, in de Prinsentuin, vinden we nog de 'berceau', de haagbeukgang waaronder gegoede dames buiten konden wandelen, zonder bruin te worden. In het 16e-eeuwse Engeland epileerden vrouwen hun wenkbrauwen en haarlijn, zodat hun bleke voorhoofd groter leek.

Als we door de tijd gaan rennen, zien we de taille van dames op en neer gaan. Dames werden ingesnoerd met korsetten van walvisbot, vielen er flauw van; er kwamen kooiconstructies die de borsten accentueerden en later ook het achterwerk uitstekend maakten.

In de Roaring 20s werd de vrouw opstandig. Het haar werd kort geknipt, jurkjes accentueerden juist níet, maar tegelijk werd make-up niet meer met de lichte zeden geassocieerd. Ook werden armen en knieën zichtbaar.

De jaren '50 brachten Marilyn Monroe, de Playboy en de barbiepop. De naar huidige standaarden vrij mollige Marilyn stond boven een ventilatierooster. De Playboy ontdeed vrouwen van hun kleding en wat betreft Barbie, Fins onderzoek liet zien dat ze te weinig vet op de botten zou hebben om te menstrueren.

En dan de jaren '60. De tijd van hippies. Naakt werd gewoner. Het feminisme bracht individualisme en allerlei unieke uitingsvormen. Inmiddels is alles in zekere zin retro, post-postmodern en kijk, modellen zijn dunner dan ooit. Peter Paul Rubens zou ze geen blik waardig gunnen.

De les: Hoe hongeriger het volk, hoe molliger het model. Hoe welvarender het volk, hoe slanker het model. Kom maar op crisis, want een man heeft houvast nodig.

zaterdag 14 december 2013

Glasnost / Geschiedenis van alledaagse dingen / Van bieten tot bitcoin


Klik hier voor een opname van mijn vierde bijdrage aan het radioprogramma Glasnost. Of kijk hier en ontdek wat het geweldige programma nog meer te bieden heeft. 

zondag 19 mei 2013

Flippen


Ik kon het eerst maar moeilijk uit mijn strot krijgen, dat viezige modewoord, maar als je het maar vaak genoeg door je strot geduwd krijgt, verdomd, dan gaat het er ook steeds makkelijker uit.

Differentiëren, oftewel: je leerlingen stuk voor stuk op maat bedienen. De reactie van de docentenprimaat: onmogelijk! Hoe kan je ooit in die twee of drie keer vijftig minuten per week voor al die dertig leerlingen de juiste didactische, pedagogische, stofinhoudelijke cocktail bereiden?

Een docent kan moeilijk dertig verschillende frontale instructies geven. Dus eenheidsworst. De leerlingen die het al lang snappen, dommelen weg; de leerlingen die maar moeilijk meekomen, krijgen nauwelijks de kans te stof te laten bezinken of uitleg te vragen. Je probeert iedereen mee te krijgen, je ploetert, je zweet, maar je doceert vooral de gemiddelde leerling.  

Maar we hoeven niet te wanhopen, want behold, er is weer eens iets superhips overgewaaid uit de Verenigde Staten – het heet ‘Flipping the Classroom’ en misschien werkt het nog ook.

Toen de oprichter van de Khan Academy, de Amerikaan Salman Khan, in 2000 besloot zijn nichtjes te helpen met wiskunde en zijn eerste instructievideo’s op YouTube plaatste, had hij niet voorzien dat hij daarmee de basis legde voor een wereldwijde trend.

De ideeën van Khan vormen mede de basis van wat dus ‘Flipping the Classroom’ gedoopt is: kennisoverdracht vindt plaats in een video die de leerlingen overal en in hun eigen tempo kunnen kijken. In de les is er dan ruimte voor discussie, interactie, opdrachten en, juist, daar komt-ie, maatwerk. Flippen? Ja, lekker flippen: de instructie vindt thuis plaats, het ‘huiswerk’ in de klas. Omgedraaid dus.

Het lijkt mij een goed idee om de leerlingen de filmpjes te laten maken. Ik noem het dan ‘Flipping flipping the classroom’. U kunt me boeken.            

Veel universiteiten zetten ook steeds meer colleges online, zodat studenten thuis met bier en pizza de professor nog eens rustig kunnen horen uitleggen. Of ze kunnen zelfs thuisblijven.

In Nederland is een aantal geschiedenisdocenten ook gaan flippen en ik profiteer daarvan. Het YouTube-kanaal van de Eindhovense docent Joost van Oort is inmiddels meer dan een miljoen keer geraadpleegd, onder meer door mijn leerlingen. Een andere pleitbezorger van het flippen is een zekere Jelmer Evers die er flink mee loopt te schnabbelflippen.

Ik krijg de kriebels van de stem van beide heren (zachte g en aardappel-r), maar  toegegeven, ze flippen er flink op los. Ze leveren een knap staaltje.

Er zijn bezwaren. De interactie tijdens de kennisoverdracht (de vingers in de lucht) is er niet bij en ja, het kost tijd en enige softwarekennis om de filmpjes te maken, en heus, er zijn nog steeds leerlingen die thuis geen internettoegang hebben of zeggen te hebben.

En bovendien, docenten hebben anno 2013 niet veel tijd voor hun lesvoorbereiding – het vraagt een flinke inspanning, zo’n soepele presentatie in elkaar zetten, de voice-over opnemen, de video online zetten en daarnaast allerlei activerende didactiek en maatwerk in de les aanbieden. Aan de andere kant: als een aantal docenten er werk van maakt, hoeft de rest het wiel niet opnieuw uit te vinden. Ik zie het professioneel worden, want de trend is gezet. Nogmaals, ik heb van de online-video’s geprofiteerd en ben ze flipping dankbaar.

Dit is wat de 21ste eeuw voor ons in petto heeft. We gaan meer en meer online. De docent voor de klas vertelt minder, maar wordt meer huiswerkbegeleider. Er is meer tijd voor differentiëren, dat is waar en dat is prima, want differentiëren in een nobel doel.  

En het grootste voordeel? Als je eenmaal al je instructies hebt opgenomen, kan je die voor de klas afspelen en zelf een lekkere bak koffie in de personeelskamer halen. Twee zoetjes erin en lekker flippen.

(gepubliceerd in Leeuwarder Courant 04-04-2013)