dinsdag 11 mei 2010

Collega van L.O.

Het was leuk opgezet en ik ben blij dat ik de tweestrijd won, maar had ik de grimmigheid van het duel voorzien, ik had er vermoedelijk voor bedankt.

Mijn collega N. is van de sectie lichamelijke opvoeding – hij is sportief, competitief, zelfverzekerd en kent geen ander doel dan de overwinning.

En bij verlies is er het excuus.

Toen ik de trofee had ontvangen en even later met collega N. alleen was, vertelde hij me lachend dat hij de jury had geïnstrueerd mij op het tweede onderdeel te laten winnen. Heus, dat zei hij. Dat hij me ronde twee had láten winnen.

Enfin.

Eindexamenleerlingen hadden collega N. en mij uitgedaagd voor een tweegevecht dat gefilmd werd en op de laatste schooldag in een overvolle aula getoond zou worden.

Zo zagen de leerlingen ons in de supermarkt, als bezetenen. In twee minuten voor zeven personen eten kopen voor niet meer dan een tientje. Ik verloor omdat ik 32 eurocent teveel aan artikelen in het wagentje had. De aula hoorde collega N. gnuiven: ’32 cent Posthumus! Net teveel! Jammerrr!’.

Wat de leerlingen in de aula niet zagen was dat een halfuur voordien wij elk in de auto met enkele leerlingen richting supermarkt waren gereden. Ik had nog maar net een week mijn eerste auto. Collega N. reed in zijn snelle Volkswagen achter mij, op bepaalde momenten wild claxonnerend en flitsend met zijn groot licht. In mijn spiegels zag ik de grote grijns in de auto achter mij. Mijn rug prikte van het zweet, vooral toen ik tot groot genoegen van collega N. de parkeergarage miste. Na de supermarkt stond het 1 – 0 in mijn nadeel.

Op weg naar mijn woning – waar de tweede ronde zou plaatshebben – wederom getoeter en verblindend licht. Het scheen me toe dat de strijd was losgebarsten als een onweer dat nog wel even aan zou houden.

Ronde twee was een kookwedstrijd, wederom gejureerd door de filmende leerlingen. Er moest een pasta geserveerd worden, bereid met de in de supermarkt aangeschafte producten. Collega N. verstopte mijn teentjes knoflook, maar faalde in timing en accuratesse. De aula zag hoe ik in mijn bloemetjesschort uiteindelijk de tweede ronde binnensleepte. Het stond 1 – 1. Dat collega N. achteraf zei dat hij mij de ronde cadeau had gedaan vond ik een onbetamelijke belediging. Mijn pasta overtrof de zijne qua smaak én presentatie.

De filmbeelden toonden overigens niet dat ondertussen in de woonkamer mijn spelcomputer was aangezet. Terwijl de pasta op het vuur stond, waagden collega N. en ik ons aan een partijtje bowlen. Leuk, zou je zeggen, maar dat collega N. mij af en toe aanduwde als ik aanlegde voor een strike, ervoer ik als kinderachtig en onnodig.

Ronde drie was beslissend. Het aanvankelijke plan van de leerlingen ons zoveel mogelijk telefoonnummers van vrouwen te laten verzamelen werd eensgezind verworpen. Collega N. vond verliezen een te groot risico en ik bedacht me tijdig dat het een beschamend schouwspel zou zijn geworden.

Het kwam daarom op een wat flauwe schattingsvraag aan. Ik won, omdat ik vrij nauwkeurig de leeftijd van de mensen in de kroeg wist te raden. Ik kreeg een bierglas met fietsbel en was vooral opgelucht dat het afgelopen was.

Collega N. bracht de nacht door op mijn logeerbed, maar was ’s ochtends al vroeg vertrokken. Bij de vertoning van de filmbeelden in de aula tijdens de laatste schooldag heb ik hem niet gezien.

1 opmerking:

  1. Leuk om dit na een half jaar eens terug te lezen, van de andere kant van het verhaal. Ik heb het filmpje uiteindelijk in elkaar gezet.

    Ja dat stukje met de Wii kon er echt niet meer bij! Hij was nu al vrij lang dus ik moest wel de leukste stukjes kiezen.

    BeantwoordenVerwijderen