maandag 4 juli 2011

Examengeklaag

Ik zit achter een tafel in de kleine hal tussen de twee gymzalen. Op een normale schooldag kruisen hier de geluiden van beide ruimten – de rollende fluit van de docent, het gebons van de ballen, het gedreun van boomlange pubers, het karakteristieke piepen van gympen op een linoleum gymzaalvloer. Maar nu is het doodstil. De examenperiode is begonnen.

Ik ben stand-by surveillant. Het examen Engels is al twee uur bezig. Druppelsgewijs verlaten leerlingen de twee zalen – ze treden het weekend tegemoet via de trap tegenover mij. Hun lichaamstaal verraadt hun gevoel over het geleverde werk: sommige leerlingen beklimmen de trap gemankeerd, andere bestijgen die haast in galop.

Het eindexamen hoort een bijna heilige afsluiting van de middelbare school te zijn, maar dat is het in almaar mindere mate. Leerlingen weten de weg naar klaaginstituut LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren) steeds gemakkelijker te vinden via de mobiele telefoon en de social media. Ze tonen hiermee nog maar eens hun toegenomen mondigheid.

Overigens, is de naam van het comité, het pubervolk dat het vertegenwoordigt niet op het lijf geschreven?

In 1988, toen het LAKS de eindexamenklachtenlijn voor het eerst opende, ontving het maar liefst 31 klachten. In 2004 waren het er al meer dan 80.000 en vorig jaar kwam er een recordaantal van 145.000 klachten binnen. Dit jaar werd al op de eerste maandag een record verbroken: nooit werd er op de openingsdag zoveel geklaagd. De meeste leerlingen jammerden dat het examen Nederlands te moeilijk zou zijn geweest. Ik hoorde van mijn collega Nederlands dat het examen eindelijk weer eens van goed niveau was.

Kijk, als de kermis is neergestreken in de stad en lichtgevende wagentjes met gillende mensen langs de ramen van de gymzaal schieten, dan heb je inderdaad iets te klagen. Of als het dorpsblaasorkest in een aanpandig gebouw een repetitie heeft gepland en voluit gaat toeteren en blazen als het examen van start gaat, of wanneer je een examen filosofie onder ogen krijgt, terwijl je toch zeker weet dat je bij het examen biologie zit, of als je per abuis een havo-bijlage bij je vwo-examen krijgt –  ja, dan heb je een zaak.

Maar het LAKS bellen, mailen of tweeten dat het examen moeilijk was, zonder die grief inhoudelijk te ondersteunen, alleen maar om de normering voordelig te beïnvloeden, nee, daar moeten leerlingen mee uitscheien. Op Twitter, Hyves en Facebook groeit klein geklaag uit tot reusachtige protesten. Iedereen jut elkaar op. Op Hyves schrijft iemand: ‘Zeg dat examen te moeilijk was, genoeg klachten = compensatie’.

In de statistieken van het LAKS is terug te zien dat er zelfs al geklaagd is over examens die nog niet eens zijn afgenomen. Hoe is dat in hemelsnaam mogelijk? Wat valt er te klagen over een toekomstig examen? Dat het op een ongelukkig tijdstip gepland is? Dat het onderwerp saai is? Dat je er geen zin in hebt?

Uiteindelijk baseren de verantwoordelijke instanties de normering van de examens op de gemiddelde cijfers. Alleen de behaalde resultaten (docenten geven de eerste vijf cijfers van hun leerlingenlijst door) zeggen iets wezenlijks over de moeilijkheidsgraad van een toets. Als je vindt dat een examen zwaar was, dan had je beter moeten leren. En was het écht boven niveau, dan wordt dat uiteindelijk toch wel gecorrigeerd. Beklag bepaalt niet de normering; het kan hoogstens een laag gemiddelde bevestigen. 

Het is doodstil. Dan gaat de deur van de gymzaal open. Mij passeert een meisje. ‘Hoe ging het?’, fluister ik. Ze straalt. Haar eerste examenweek is voortreffelijk verlopen. Engels ging vandaag goed, Nederlands ging ook al geweldig. Niets te klagen. Ik wens haar een goed weekend terwijl ik haar nakijk – ze neemt de trap met twee treden tegelijk.