woensdag 8 november 2017

De werkgever en de opgebrande docent

Dit stuk verscheen in het novembernummer van het Onderwijsblad, een uitgave van de Algemene Onderwijbond.

--
Docenten ervaren inmense werkdruk en zijn tegelijkertijd enorm gemotiveerd. Een explosieve combinatie. Vandaar dat docent Jelte Posthumus schoolleiders tipt: Spreek waardering uit, stel verwachtingen bij.

Niet lang geleden toonde mijn directeur de resultaten van een personeelsenquête. Twee resultaten frappeerden me: aan de ene kant de door de docenten ervaren werkdruk (het laagste cijfer) en aan de andere de enorme werkmotivatie (het hoogste cijfer). Juist: docenten zijn gek. Zelfs als we op de knieën gedwongen zijn, blijken we bereid nóg een extra rugzak te sjouwen. Kom maar op! Gooi er maar bij!

Burn-out is niet epidemisch volgens specialisten, maar één op de vier lesgevenden kampt wel met klachten. NRC Handelsblad wijdde in september enkele artikelen en een enquête aan burn-out: de definitie verschilt, maar volgens wetenschappers aan de KU Leuven is uitputting het belangrijkste symptoom. Cognitief en emotioneel controleverlies en mentale distantie komen daaruit voort: zeg maar concentratieproblemen, huilbuien en cynisme. In de praktijk blijkt burn-out een container vol verschijnselen.

Een burn-out sluimert vaak jaren, maar de trots (ik kan dit), de angstcultuur (ik ben niet zwak) en het verantwoordelijkheidsgevoel (ik moet er zijn voor de leerlingen) staan erkenning in de weg. Symptomen - lichtgeraaktheid, emotionele buien, bitterheid, een licht hoofd, tintelingen, hartkloppingen - worden weggewuifd als kleine ongemakken die er nou eenmaal bij horen. Dat is toch absurd?

Terwijl het leerlingenpeloton de symptomen voedt - ze zijn een spiegel van het gemoed - sleept de kwetsbare docent zich van vakantie tot vakantie. Maar een eindstreep bestaat niet in onderwijsland, behalve dan de mentale finish. Als die eenmaal is bereikt, als de burn-out wordt erkend, openbaart die zich in alle volledigheid. Dan volgt een traject volgens de Wet verbetering poortwachter: er wordt snel ingegrepen om het verzuim zo kort mogelijk te maken. Burn-out is een zogenaamde ‘beroepsziekte’, net als de paprikalong, kapperseczeem en bakkersastma. Het is geen officiële psychische aandoening, de werkgever betaalt en dus is haast geboden.

Beeld: TYPETANK
(overgenomen uit Onderwijsblad)

Niet iedereen is kwetsbaar, sommige docenten gaan fluitend richting hun pensioen. De vatbaarheid hangt af van iemands persoonlijkheid, de privé-omstandigheden en niet in de laatste plaats van de werkomgeving. Qua karakter zijn het vooral de perfectionisten en zij die geen ‘nee’ kunnen zeggen die omvallen. Wat betreft de thuissituatie: eventuele zorgen aldaar versterken de problemen op school en andersom. Als het thuisfront energie kost, zou de school een veilige omgeving moeten zijn waarin je kan bijtanken. Maar school is een pretpark in het zomerseizoen.
Dus het schoolgebouw is helaas vaak geen oplaadpunt, maar juist een energievreter. Het is aan de werkgevers zorgvuldig om te gaan met de kwetsbare werknemers. Docenten die opeens boos uit een vergadering weglopen, die in de pauze uithuilen in de personeelskamer, of juist alleen in hun lokaal achterblijven met hun boterhamtrommel: neem hun in bescherming. Nodig ze spontaan uit in je kamer. Geef ze eens een fles wijn. Of stuur ze eens naar huis.

Maak korte metten met een eventuele cultuur van angst waarin docenten niet durven toe te geven aan hun vermoeidheid. Het Zilveren Kruis liet eerder dit jaar zien dat de belangrijkste oorzaken van burn-out, naast privé-omstandigheden, de werkdruk, gebrekkige ondersteuning, te weinig erkenning en te hoge verwachtingen zijn. Het is aan werkgevers de burn-out voor te zijn, want de weg van re-integratie kent hoge drempels, diepe valkuilen en onverwachte terugvallen. De NRC-enquête laat zien dat liefdevolle aandacht cruciaal is. En: creëer ruimte voor docenten om het werk op de werkvloer af te ronden en niet in de tas mee naar huis te nemen.

Loopt een docent tóch tegen de muur, zorg er dan voor dat een gezonde terugkeer mogelijk is. In de praktijk valt dat vaak tegen. De druk om weer te beginnen is groot. De bedrijfsarts komt al snel met een werkhervattingsschema, er is telkens dat knagende gevoel van trots en verantwoordelijkheid, maar tegelijkertijd ook de angst tegen dezelfde dingen aan te lopen. Bij terugkeer, zo blijkt, is de werksituatie zelden veranderd en een terugval is soms moeilijk bespreekbaar.

Kortom: weg met de angstcultuur, stimuleer ‘nee’ zeggen, vraag niet te veel en geef vertrouwen en ruimte. Spreek waardering uit, stel verwachtingen bij en geef aandacht. Natuurlijk is er het Haagse beleid. Natuurlijk is er te weinig geld. Maar deze ruimte is er en die moet je gewoon pakken. Als leraren dan nog omvallen, dan ligt het in elk geval niet aan de werkgever.
--