woensdag 30 december 2020

Aandacht

Voor deze column putte ik onder meer uit het gesprek tussen Joe Rogan en Tristan Harris het gesprek dat ik had met filosoof Thijs Lijster over zijn pamflet 'Verenigt U! 

‘Jongens, mag ik even jullie aandacht?’. Ik zie hoe mijn LIO de klas tot stilte maant. Telefoons verdwijnen schoorvoetend in broekzak en tas. Achterin het lokaal overzie ik het tafereel en ik besef dat we ons ook wel voor een flinke opgave gesteld zien: je moet van goeden huize komen om die gevraagde aandacht van pubers te krijgen. Hoe goed je uitleg ook is, hoe prachtig je verhalen, hoe vernuftig ook je didactiek, er brandt immers iets in die broekzakken. Het piept, trilt en licht op, het trekt alsmaar aan hen, het vreet aandacht en het heet smartphone - een shot dopamine binnen handbereik. De algoritmes van Big Tech doen niets anders dan telkens een nieuwe wortel voorhouden en de ezels sjokken er haast blindelings achteraan. Leerlingen zijn slachtoffers in de oorlog om aandacht.

Joe Rogan in gesprek met Tristan Harris die ook een prominent rol speelt in de Netflix-serie 'The Social Dilemma'
Nu is het de tiener eigen dat de gedachten gaan spoken tijdens een stoffige les - het hoofd dwaalt af naar dat ene mooie meisje of naar de dansuitvoering van komende zaterdag, dat is prima - maar het zijn nu de grote bedrijven aan de westkust van de Verenigde Staten die de aandacht trekken. En dat doen ze niet per definitie met betekenisvolle of betrouwbare informatie. De aandacht gaat immers eerder uit naar extreme, opmerkelijke en discutabele content.

Niet alleen is hiermee de aandacht zoek, ook allerlei persoonlijke gegevens worden te grabbel gegooid. Gebruikers maken accounts bij de Grote Vier, die vervolgens weer gebruikt worden om in te loggen op andere platforms. We scrollen naar beneden en klikken op ‘akkoord’ zonder te lezen. Nee, voor grote stukken tekst hebben we juist weer géén aandacht. Intussen weet de grote broer heel veel van ons - wat we willen kijken, wat we willen kopen, of we zwanger zijn - soms nog eerder dan dat we dat zelf weten. Data wordt niet onterecht de nieuwe olie genoemd en een belangrijke vraag is nu: van wie is die data?

Toen in de 19e eeuw de Industriële Revolutie zich ontvouwde ontstond er een gapend gat tussen de haves en de have nots, tussen de bezittende klasse en de bezitloze klasse. Dat bezit, dat waren de productiemiddelen: land, grondstoffen, machines, gebouwen. Maar het industriële tijdperk is verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor de information age. Kennis en data, dat zijn de nieuwe productiemiddelen en het lijkt erop dat het grootkapitaal (opnieuw) aan het langste eind trekt.

Kunnen we de productiemiddelen weer terug in eigen handen krijgen? Wat is daarvoor nodig? Misschien moeten we beginnen weg te kijken van onze schermen, want elke keer als we daaraan aandacht schenken, schenken we data en daarmee verworden we vanzelf tot de have nots van deze tijd.

--

Deze column verscheen in de Kleio nummer 7 (december 2020)