maandag 31 januari 2011

Voor Jack

Er lag een diepe schaduw over de laatste weken voor de kerstvakantie. Een onbekende stilte sloop door het gebouw als een ingehouden adem. Eerst het nieuws over de rasse verslechtering, toen het definitieve bericht – het overlijden van collega Jack Frölich trof de groep als een kogel. Vorige week donderdag werd hij begraven. In de aula werd vooraf gemusiceerd, gezongen, gesproken en gezwegen. Lyanne speelde Sjostakovitsj over wie ze een profielwerkstuk schrijft – tot voor kort daarin begeleid door Jack. Een koor zong het door hem gearrangeerde Hallelujah van Händel. Docenten en leerlingen huilden en buiten was het koud. Jack was muziekdocent. Veelzijdig en getalenteerd en nog lang niet klaar. De dagen konden niet korter, de nachten welhaast niet langer. En toen was er de kerstvakantie, maar met een bitter gevoel.
    Het muzieklokaal is nu een plek van herinnering. Enkele weken geleden verplichtte een roosterwijziging mij daar geschiedenis te doceren. Ik moest aan Jack denken. Het muzieklokaal was zijn plek. Nu zat hij thuis. Ziek.
Het was een vreemde donderdag. Ik vergat een lesboek mee van huis te nemen, was volledig verrast toen ik een vriend in opleiding in de personeelskamer zag zitten, die, precies volgens afspraak, een les kwam bezoeken, en ik had niet de beschikking over het materiaal in mijn eigen lokaal. Zo stond ik plotseling zonder boek, maar mét visite op de achterste rij voor een tweede gymnasiumklas in een ruimte vol muziekinstrumenten. Aan de wand hingen gitaren. Er stond een piano, twee drumstellen en er was een hok vol percussie-instrumenten. Ik bedacht, vandaag is zo’n dag. 
    Toen ik vroeg wie van de leerlingen een instrument bespeelde, gingen nagenoeg alle handen omhoog. Dat beloofde wat! Tot mijn geluk had ik nog wel een opdracht over de oorzaken van de Franse Revolutie in de tas. Het werd een deal. De laatste tien minuten van de les zouden we muziek gaan maken, míts iedereen goed zijn best deed bij het maken van de opdracht. De kinderen werkten als paarden. Met de tong uit de mondhoek ging iedereen aan de slag alsof het leven er van af hing. De stilte in het lokaal was oorverdovend. Slechts het geluid van driftig schrijvende pennen was hoorbaar. Er moest en er zou gejamd worden! Ik knipoogde naar de vriend in opleiding die met zichtbaar genoegen het tafereel gadesloeg.
    Toen de wijzer van de klok de laatste tien lesminuten had bereikt gingen de boeken vlug in de tas en stelde ik de band samen. Ik probeerde te dirigeren, maar uiteraard, het werd een kakofonie van jewelste. De stilte van enkele minuten daarvoor maakte plaats voor het tegenovergestelde. Jongens trommelden met volle overgave op de conga’s, in de vensterbank zaten drie gitaristen die elk een ander lied pingelden, een meisje speelde een kleine melodie op de piano en de drummer ramde als een bezetene op de vellen, zo hard dat van de andere geluiden weinig overbleef.
Toch hoorde ik plotseling tussen alle geluiden door vanaf de vensterbank de onmiskenbare intro van Eric Claptons Tears In Heaven. Het was Vincent op akoestische gitaar. Ik maande de band tot stilte. De geluidenbrij verstomde en iedereen luisterde hoe Vincent bloedserieus het nummer uitspeelde. Muziek is magisch. En ik moest weer denken aan Jack. Ik geloof nu dat Vincent het voor Jack speelde.
    Hij zou vandaag 62 zijn geworden. Op de kortste dag van het jaar. Na de kerstvakantie gaat alles weer verder en hoewel vanaf vandaag de dagen lengen en de nachten korten, zal het nog even duren voor de school voluit adem kan halen. De harmonie van een school openbaart zich als het verlies van één een verlies voor iedereen blijkt.

Zieke Lapjeskat