De
bron waar de Nationale Onderwijsgids zich op baseert is niets meer
dan een reclame-artikel. Er zit een lokale computerboer achter en
natuurlijk sleept die er indrukwekkende, maar niet nader uitgelegde
cijfers bij. Zo biedt volgens het artikel slechts 7% van de
basisscholen een typecursus aan, terwijl 77% van de mensen vindt dat
typevaardigheid een basisvak op school zou moeten worden! Waar komen
die cijfers toch vandaan?
Eerlijk
gezegd, als ik typecursus hoor, dringt zich het beeld op van sexy secretaresses met knoetjes in het haar, in typekamer 4, toren B van
een grauw kantoorgebouw, die na elke 'bling!' van de typemachine een
trek van hun mentholsigaret nemen. Heerlijk.
Ik
leerde in groep 8 blind typen in een bijgebouw van de kerk. Er was
welgeteld één meisje dat een elektrische schrijfmachine had. Zij
zat op de cursusavonden in de hoek, bij het stopcontact. De rest
zweette boven zo'n mechanische machine; zo'n loodzware
kaboutertribune, meegedragen in een zwarte koffer die onder de
snelbinders ging, maar die je het liefst in de sloot had geflikkerd.
Terwijl
ik me dit herinner, ontdek ik dat de percentages van de computerboer
niet helemaal uit de lucht komen vallen. Ze komen uit de koker van
percentagetovenaar Maurice de Hond die in 2009 in opdracht van het
bedrijf TICKEN een peiling deed. Geheel onafhankelijk schijnt me dit
onderzoek niet toe, maar toegegeven, ze hebben een punt: typen is een
onmisbare vaardigheid anno 2013.
Ik
doe de kennismakingstest van TICKEN. Op de eerste oefening heb ik een
nauwkeurigheid van 99,5% en een snelheid van 514 aanslagen per
minuut. Daar kan Al Qaida nog een puntje aan zuigen, als je het mij
vraagt. Daarna speel ik een game: ik moet geletterde eieren in een
mandje vangen. Een blonde vrouw spreekt me tussendoor moed in.
Uitstekend natuurlijk. De typecursus is duidelijk niet meer de
mensonterende beproeving zoals ik die me herinner.
Haha! Reclame voor typecursus anno 2013
Nee. In mijn tijd waren de zware druktoetsen beplakt met gekleurde stickers, zodat het
onmogelijk was niet
blind
te typen, maar na enkele weken cursus en zweetverlies begonnen ze los
te laten, zodat de inspanningen toch íets opleverden. Mijn kleine
jongenspink verdween af en toe tussen de toetsen door in de diepten
eronder en bleef dan bloedend steken. Thuis deed ik huiswerk.
Backspace was er niet bij. Een fout teveel betekende opnieuw die lap
tekst overtikken. Ik huilde af en toe uit frustratie; hoe dikwijls
vloog het cursusboek niet door de woonkamer! Maar ik slaagde. Met 200
aanslagen per minuut.
Het
bedrijf TICKEN en Maurice de Hond zitten op dezelfde lijn. Ze zeggen:
kinderen groeien op in een wereld waarin nauwelijks nog met de hand
geschreven wordt. De helft van de beroepsbevolking zit dagelijks
achter de computer. Blindtypers werken efficiënter, hebben tijd
over, kunnen de aandacht verleggen en hebben minder last van
RSI-klachten door de juiste werkhouding. Het is kortom een schande
dat typen niet als basisvak aangeboden wordt in het primaire
onderwijs.
Ik
ben voorstander van verplichte typevaardigheid, maar vind niet dat
Maurice de Hond peilingen moet gaan doen die zo naadloos aansluiten
op zijn eigen stokpaardjes, zoals de door hem bedachte Steve
JobsSchool. Kwestie van geloofwaardigheid, geloof ik.
Jammer
eigenlijk dat typecursussen zo gepimpt
zijn. Ik bedoel, 514 aanslagen per minuut haal je toch echt alleen
met bloed, zweet en tranen. Deze column tikte ik in iets meer dan een
minuut. Foutlo0s.
(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 10-01-2013)