Bij
aanvang van mijn geschiedenisles leveren de leerlingen hun mobiele
telefoon in. Dat is inmiddels een ritueel en ik weet, rituelen zijn
belangrijk. De terugkerende handeling, het gevoel 'zo doen we dat
hier', dat komt een les ten goede. Ik zou natuurlijk ook met mijn
leerlingen een jodelsessie kunnen houden, of ze hallucinerende
wortelsap kunnen toedienen, maar ik geloof niet dat we daarmee echt
verder zouden komen.
Nee,
het inleveren van de mobiel volstaat en dient bovendien een hoger
doel: gefocuste leerlingen. Vorig jaar kwam ik tot de conclusie dat
de mobiele telefoon vooral afleidt en dat scholen toe zijn aan
algemene regels. Het schrijfsel dat ik aan die conclusie wijdde, is
één van mijn meest gelezen columns, vertellen mijn
blogstatistieken. Hoe dat kan? Het probleem van de mobielendebielen
is actueel, zowel thuis als op school.
Ik
voegde de daad bij het geschreven woord en nam dit schooljaar de
proef op de som. Begin dit schooljaar bracht ik een afzichtelijk
biezen mandje mee naar school, zo'n kerstpakketmandje dat rommel
geeft. Het staat sindsdien bij de deur van mijn lokaal.
Leerlingen
keken eerst raar op van hun schermpjes toen ik ze de regel uitlegde,
maar inmiddels is het Posthumus-cultuur. Uiteraard houden sommige
leerlingen hun telefoon diep in de tas, uit, of op stil, soms
misschien onhoorbaar trillend, maar daar ga ik niet moeilijk over
doen. Ik ga niet agressief alle tassen op de kop houden om alle
mobiele telefoons in dat mandje te krijgen. Ik ben niet van de
mobiele eenheid. De leerlingen weten dat het hanteren van de telefoon
not
done
is in mijn lokaal. De grote meerderheid staat de mobiel met een
glimlach af.
Om
het belang van het ritueel te vergroten, ga ik zo nu en dan met de
mand door het lokaal, om de vergeetachtigen of de onwelwillenden een
helpende hand te bieden. Het levert soms nog wel drie, vier of zelfs
meer exemplaren op. Eén jongen góóit zijn mobieltje altijd: hij is
duidelijk toe aan een nieuwe. Anderen vragen zich juist af of hun
telefoon geen schade oploopt door de stugge biezen. Een zachte
bekleding zou een goed idee zijn, menen zij.
Soms
sta ik aan het eind van de les bij de deur, met de gevulde mand voor
mijn borst, als een bakker die broodjes uitdeelt. Ik geef daarbij
professioneel commentaar op hoesjes en types.
Er
kleven uiteraard haken en ogen aan dit mobielenbeleid. Is het
bijvoorbeeld niet doodeenvoudig om aan het eind van de les die iPhone
5 uit het mandje te grissen, op de fiets te springen en naar de
zwarte markt te racen? Zo'n ding kost 800 euro! Toch blijft de
leerling zelf verantwoordelijk. Je kan die telefoon ook in je kluisje
doen. Of thuislaten. Tot dusver verloopt het overigens probleemloos.
In
de pauzes, in tussenuren en tijdens de leswissel mogen leerlingen wat
mij betreft de hele wereld bij elkaar whatsappen. Je kan ze niet
verplichten die slimmefoon thuis te laten. Maar in de les? Nee.
Mijn
suggestie de regel op de hele locatie in te voeren heeft gehoor
gevonden. Binnenkort heeft elk lokaal een eigen mobielenmandje. Het
wordt schoolbeleid. Sterker nog: het is het symbool geworden van een
frisse wind die door de school waait. Signaalsterkte uitstekend.
De
havo-4-klas, die doorgaans wat tegensputtert als het gaat om het
inleveren van de mobiel, gaf mij vorige week zelfs een nieuw, keurig
bekleed mandje cadeau voor mijn verjaardag. Ze snappen het belang van
het ritueel. Maar ze willen natuurlijk vooral niet dat hun schermpje
krassen oploopt. Daarom liggen hun geliefde hebbedingen nu elke les
zij aan zij te rusten in een zacht bedje. Op stil. Of uit. Of stiekem
trillend.
(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 13-12-12)