donderdag 28 maart 2024

Kliklijn

In 2019 opende Forum voor Democratie een kliklijn op de site van haar wetenschappelijke bureau. Het meldpunt was bedoeld om ‘linkse indoctrinatie’ aan te geven, zodat de “omvang van het probleem” in kaart gebracht kon worden. Bijna alle partijen keurden het idee af, maar Harm Beertema, de onderwijsman van de PVV, was enthousiast (‘Het is een goed idee, want het is mijn idee’). Intussen is Beertema boos vertrokken en de kliklijn van FvD onvindbaar.

Wie jong is en niet links stemt heeft geen hart, maar wie oud is en niet rechts stemt heeft geen verstand, hoor je wel eens zeggen. Wat het precies betekent weet ik niet, maar mijn leerlingen zijn jong en hebben meestal een goed hart. En ik heb blijkbaar geen verstand. 

Afgelopen schooljaar liet ik mijn zesdeklassers een vragenlijst invullen om feedback te geven op mij en mijn lessen. Wat ik terugkreeg was niet mals. De aanvullende-opmerkingen-sectie liet lezen: ‘Laat je er niet in meeslepen’, ‘Misschien iets minder tijd naar geopolitieke discussies’ en ‘Probeer met een open blik te blijven kijken’. 

Des te ouder ik word, des te meer voel ik de drang om het rechtvaardigheidsgevoel van mijn leerlingen te voeden. Als je geschiedenisdocent bent, dan weet je - hoewel dun gezaaid over de tijdlijn - dat rechtvaardigheid en solidariteit crisissen kunnen bezweren en dat onrechtvaardigheid juist niet zelden het water in de ketel doet koken. Ik wijs daarnaast op de toenemende ongelijkheid, klimaatverandering, de gevoeligheden in de zwartepiet-discussie, de achterstelling van minderheden en ga zo maar verder. Kortom, zou je kunnen zeggen, ik doe aan linkse indoctrinatie. 

Ik luister. Het gaat over Jelte Posthumus, mijn geschiedenisdocent. Wat is daarmee? Hij is een linkse deugkneus van de woke-brigade. Een klimaatdrammer bovendien. Wat is uw naam? (Stilte). U wenst anoniem te blijven? Ja.


Bah. Verklikken hoort bij totalitaire surveillance-regimes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden zo’n 10.000 Joodse onderduikers in Nederland verraden, omdat een premie lonkte. DDR-burgers gaven in groten getale informatie door aan de Stasi over buren met verhuisplannen naar het westen - ze werden onderdeel van de surveillancestaat. Ik moet ook denken aan Pavlik Morozov, de jongen rond wie in de jaren ‘30 een cultus ontstond in de Sovjetpropaganda, omdat hij zijn eigen vader had verraden en tegen hem getuigde: “Ja, hij was mijn vader, maar nu niet meer. Ik sta hier niet als zijn zoon, maar als pionier”.​ 

Loop ik met mijn ‘linkse tirades’ gevaar als een rechtse wind toeneemt? Het zal toch niet? Goed, ik zal me er wat minder in laten meeslepen, maar ik lees in de reacties ook ‘Ga door met uw linkse tirades’. Zie, ze hebben een hart.

--

Gepubliceerd in Kleio 2, jaargang 65

donderdag 1 februari 2024

De cijferpleister

Ongeveer de helft van de Nederlandse leerlingen kampt met psychosomatische klachten en een flink aantal heeft emotionele problemen, namelijk zo’n 43% van de meiden en 13,3% van de jongens (Nederlands Jeugdinstituut in 2021). Uit PISA-onderzoek komt daarnaast duidelijk naar voren dat Nederlandse jongeren weinig gemotiveerd zijn. 

Het debat gaat zelden over echte oorzaken, maar wel over welke pleister er geplakt kan worden en zoals vaak biedt onderwijs het ehbo-kistje. Momenteel staan cijfers en toetsing ter discussie. De aanbieders van boeken en workshops buitelen alweer over elkaar heen in deze nieuwe hype. Echt aan alles moet geld worden verdiend. 

Johannes Visser zwengelde een discussie aan met zijn pamflet ‘Is het voor een cijfer?’. Het is waar: intrinsieke motivatie bereik je niet ‘omdat het voor een cijfer is’, maar door de lesstof betekenisvol en persoonlijk te maken, door een goede band met leerlingen op te bouwen. Leerlingen moeten succeservaringen meemaken, zelfvertrouwen krijgen en autonomie. Dat is altijd al zo geweest. De cijfers zijn niet het probleem. Het hangt af van goede docenten. 

Intrinsieke motivatie kweek je vanaf het moment dat de lessenserie begint tot aan het toetsmoment. En met een degelijke toets zie je heel goed wie het niveau wel, en wie het niveau (nog) niet aankan. Autonomie betekent ook verantwoordelijkheid. En dan zeg je: jij hebt een 7 en jij hebt een 4. Deal with it, we gaan er aan werken. Het is niet erg. Je wordt er beter van. 

Jij hebt een 7 en jij hebt een 4. Deal with it.

Visser noemt de cijfers een ‘symbool’ van de stress- en motivatieklachten van leerlingen, maar wat betekent dat? Hij zegt dat cijfers creativiteit weghalen. Dat leerlingen minder uitdagingen durven aangaan als het voor een cijfer is. Maar ook dat hangt af van de docent. Het heeft met cijfers niets te maken, maar wel met inspiratie. 

We moeten een stap terug zetten en inzien dat onze leerlingen ten eerste gewoon tieners zijn, maar ook dat ze opgroeien in een samenleving waarin succes lijkt af te hangen van (school)prestaties. Steeds meer kinderen gaan naar havo/vwo, er is druk vanuit thuis, meer leerlingen werken boven hun kunnen en een onvoldoende voelt als falen. En, weet je nog: smartphone, schermtijd, social media, bijbaantjes, slaapproblemen en corona?

De cijfers en de toetsen zijn niet het probleem. Vroeger gaven we veel meer cijfers bovendien. En echt, er zijn ‘betekenisvolle’ momenten genoeg, wees maar niet bang. De telefoon is al bijna weg uit de scholen. Nu nog de rust en discipline terugvinden en gewoon goed lesgeven. Onderwijs draait om de relatie tussen docent en leerling. Schep daartoe voorwaarden en we kunnen weer probleemloos toetsen voor een cijfer. 

Gepubliceerd in Kleio, jaargang 65, februari 2024