dinsdag 26 juni 2012

Kroegcollege

Het is weekend als ik dit schrijf en ik probeer me voor te stellen hoe de al ingerichte examenzalen er 's nachts uitzien, van buiten verlicht door slechts het zwakke licht van straatlantaarns en een vale, halfvolle maan. Ik beeld me in dat er 'tumbleweeds' langs de rijen tafels rollen, dorre takkenbollen, voortgejaagd door woestijnwind. Buiten klinkt het blaffen van een hond. Er passeert een late auto. De gekooide klok tikt en tikt en tikt tot het aarzelende licht van de nieuwe schoolweek door de ramen valt. En dan begint het. De examens. Opeens moet de verworven kunde van het hoofd naar de hand gevoerd, met inkt geschreven worden.

Zelf heb ik twee keer examen gedaan. De eerste keer was ik alles behalve scherp. Het enige dat ik mij nog herinner is dat ik op één van de examendagen met een te groot tweedehands colbert de gymzaal binnenliep, plaatsnam en mij vooral druk maakte om het door mijn moeder de dag ervoor gekapte kapsel. Het was onevenwichtig en alles behalve hip. Eerst al was het knipwerk mijns moeders niet geslaagd, kort daarop zakte ikzelf.

Deze herinnering vertelde ik een aantal examenkandidaten, terwijl we in het licht van de avondzon op het balkon van het paviljoen stonden. Ze moesten lachen om mijn slechte kapsel van toen. We dronken een drankje en keken uit over de Leijen. Over enkele minuten zou het kroegcollege beginnen: mijn twee collega's en ik hadden elk een kort verhaal voorbereid over de twee examenonderwerpen van dit jaar. Ook hadden we twee gitaren meegebracht voor de verrassingsact: een sectie-uitvoering van het Dylan-nummer Blowin' In The Wind.

Inmiddels staat een video-opname op YouTube. Mijn collega Herman zingt een geweldige eerste stem, maar wil er niet van weten.

Ja, een kroegcollege. Een leerlinge kwam er mee: of we niet eens een college in een bar konden doen, dat had ze van een vriendin uit Rotterdam. Herman – liefhebber van een borrel om het af te leren – leek het wel wat. Mij ook wel.

De animo was enorm en binnen de kortste keren hadden zich 60 leerlingen aangemeld. Ze betaalden hun eigen consumptie vooraf en waren bereid kilometers te fietsen. Sommige bezitters van een rijbewijs arriveerden per auto. Vijf, zes jaar geleden wisten ze op hun kinderfiets de tegenwind nog nauwelijks te verslaan. Moest je ze nu eens zien.

De Leijen, in volle glorie zichtbaar door de manshoge ramen, vormden een passend decor voor de drie colleges in de bovenzaal van het paviljoen. Het door veenafgraving ontstane meer representeerde even het waterige Holland van de 17e eeuw. Een klas van 60 leerlingen is veel, maar de nieuwe omgeving maakte van de leerlingen gewillige luisteraars.

Een enkeling had tijdens het eerste college al twee biertjes op – veel sneller moest het niet gaan, veel gekker niet worden. Sterker: iemand had mij de dag ervoor nog gevraagd: “Hoe laat begint het drankcollege, meneer?” Ik was even onzeker geworden over wat we tegemoet gingen. Drankcollege? Króegcollege, met de nadruk op college, alstublieft!

Maar het bleef de hele avond gemoedelijk. De oranje zon raakte het spiegelende vlak van de Leijen tijdens het college van collega Henk en verdronk toen ik na de pauze van wal stak met mijn verhaal over de muziek van de Vietnamoorlog. We luisterden Jimi Hendrix, Country Joe McDonald, Barry McGuire en Marvin Gaye.

Na onze ode aan Dylan, met Henk op zijn eerste elektrische gitaar, een Egmond uit 1967, was het afgelopen. Kort daarop verdwenen de tientallen rode achterlichten van de leerlingen in de donkere nacht, zoals we de meesten straks na de examens ook uit het oog zullen verliezen. Het zal ze lukken, mits ze zich niet al te druk maken om hun kapsel.


(Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 15-05-2012) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten