woensdag 23 juni 2010

Vreemd haar

Zoals altijd werd enkele dagen voor de Tweede Kamer verkiezingen op honderden scholen middels schaduwverkiezingen gepeild wat middelbare scholieren zouden stemmen als ze dat toegestaan werd. Niet zelden geeft de uitslag van deze spek-en-bonen-verkiezingen de heersende tendensen in het land vergroot weer. Jongeren zijn sterker geneigd tot extremen, maar ook trendgevoelig en daarom verontrust de uitslag mij niet al te zeer.

De PVV werd de grote winnaar, gevolgd door de VVD. De dagelijkse peilingen hadden al de ouderlijke en grootouderlijke neiging daartoe getoond. Zoals de ouden zingen, zo piepen de jongen. De SP en het CDA incasseerden inderdaad het grootste verlies. Net echt. Bij de gemeenteraadsverkiezingen afgelopen maart was de PvdA nog de grootste partij. Jongeren gedragen zich naar trends. En Geert Wilders is momenteel een trend.

Tieners zijn niet bezig met de verhoging van de AOW-leeftijd of met de hypotheekrenteaftrek. Een miljoen meer hier, een miljoen minder daar, een procent zus en een procent zo – het laat ze koud. Je zou denken dat ze zich misschien zorgen maken over het milieu, of over armoede, maar helaas, uiteindelijk vindt een groot deel het gewoon cool, stoer en kicken om te stemmen op jan Klaassen en zijn poppenkast. Op tv hoorde ik een meisje haar stem op de PVV toelichten: ‘hij heeft zulk vreemd haar’, giechelde ze. Aha, vreemd haar. Persoonlijk vind ik dat koningin Beatrix vreemd haar heeft, maar daarom ben ik nog geen voorstander van de monarchie.

Als ik in een willekeurige klas vraag wat mijn leerlingen zouden stemmen, is er altijd een flapuit die met een grote grijns ‘Wilders’ roept. Als ik vraag naar een motivatie, dan blijkt die te ontbreken. De grapjas riep ‘Wilders’ zoals hij ook ‘Terror Jaap’ zou roepen als ik had gevraagd naar zijn favoriete Gouden Kooi personage, of ‘Maradona’ wanneer gevraagd naar zijn favoriete bondscoach. Zo werkt dat dus. Opvallende types scoren, ongeacht hun verleden, hun wanstaltig gedrag of hun discriminerende opmerkingen, enkel en alleen omdat ze in het oog springen, omdat ze karikaturen zijn.

Bij het doorbladeren van een schrift stuit ik zelfs nog wel eens op een hakenkruis. Die leerling is uiteraard geen supporter van de holocaust, maar hij vond het ongetwijfeld stoer dat weerzinwekkende symbool in de kantlijn te krassen. We zouden de jeugd echter overschatten als we achter elke uiting een doordachte motivatie vermoedden.

Je zou ook kunnen denken, de jeugd stemt niet op een poppenkast, maar heel rationeel, want tégen de machthebbers die er een soepzootje van hebben gemaakt. De blonde Mozart-lookalike uit Venlo is een populist; de regerende partijen worden door hem afgeschilderd als een elitair clubje en alle Henken en Ingrids in het land zijn daar de dupe van. Een stem op de PVV is dus een tegenstem en daar houden jongeren van, lekker tegen zijn. Waar het tegengeluid vroeger aan de linkerkant van het spectrum zat, vinden we dat tegenwoordig ter rechterzijde.

Maar ik betwijfel dat. Dat strijdlustige elan is de jeugd sinds de democratisering van de welvaart kwijt, maar om nu te zeggen dat de volgende generatie kiezers uit intolerant hout is gesneden, dat is overdreven.

Als de Surinamer Elia een passeerbeweging maakt, of als de Marokkaan Afellay de bal dood op zijn voet legt, is het de jeugd die het hardst op de vuvuzela blaast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten