Hij slaapt ’s nachts buiten, in zijn hangmat. Als hij ’s
ochtends even voor zevenen de lichtschakelaar in de docentenkamer aanklikt,
duurt het een kwartier voordat het licht ook werkelijk aangaat. Soms is de
airco kapot en is het boven de 30 graden in het gebouw. Af en toe valt een
tafelblad van een schooltafel en steken spijkers in de lucht. Leerlingen
verstaan hem nauwelijks. Hij verstaat de leerlingen nauwelijks. Er trekken
regelmatig tropische stormen en orkanen voorbij. Dan is het zaak water en
kaarsen in huis te hebben. Het is iets meer dan een maand geleden dat mijn
schoonvader naar St. Eustatius vertrok om daar wiskunde te doceren.
Op 10 oktober 2010 kwam aan de
Nederlandse Antillen als land een einde. Aruba, St. Maarten en Curaçao werden
onafhankelijke landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden, terwijl de kleine Antillen,
Bonaire, St. Eustatius en Saba een status aparte kregen, die van bijzondere
gemeente. Sindsdien raken de eilandbewoners verstrikt in een spinnenweb van Nederlandse
regeltjes. Kamer van Koophandel? Wat zegt u? Voedsel en Waren Autoriteit?
Pardon? Een formulier aanvragen? Hoezo? Gemeenten zijn papierfabrieken – de
Antilliaanse eilandengroep nu dus ook.
De ontwikkelingen worden in
beeld gebracht in de televisieserie ‘Caribisch Nederland’ die op zaterdagmiddag
door de NTR wordt uitgezonden. Het beeld dat naar voren komt: de eilandcultuur van
de kleine Antillen botst vooralsnog met de Nederlandse intenties. Tja, zoals
plotseling die blonde Hollandse kaaskoppen handenwrijvend op die tropische
eilanden verschijnen met de opdracht de boel eens flink op de schop nemen, dat
ís ook even slikken. De laatste keer dat we er verschenen liep het uit op
onderdrukking.
De serie richt zich vooral op St.
Eustatius. Al vrij snel na de eenwording kwam op de middelbare school aldaar
een Nederlandse directeur die de teugels flink aanhaalde. En niet ten onrechte.
Leerlingen doen gemiddeld zes jaar over het vmbo en het slagingspercentage ligt
onder de 30%. In Nederland is het niet vreemd als bijna 100% van de
vmbo-kandidaten slaagt.
Op ‘Statia’ zijn de mensen gewend
rustig aan te doen. Te laat komen is zo gewoon als op tijd komen voor ons. De
schoolklok loopt zelfs vijf minuten achter ter compensatie. Maar met de komst
van het nieuwe schoolhoofd gebeurt het niet meer straffeloos. Hij introduceerde
de strafmiddag. Een meisje zegt: ‘I heard that last strafmiddag there were like 50 children.’ Ze verwacht dat
binnenkort de hele school op strafmiddag moet komen.
Met name de taal is een groot
probleem. Nu St. Eustatius een bijzondere gemeente is geworden worden de
leerlingen geacht examen in het Nederlands te doen. De leerlingen zien het niet
zitten. Bijna iedereen spreekt Engels. ‘I don’t even know what the word voorbereiden means. It’s really bad…’,
zegt een ander meisje.
De nieuw aangestelde
politiechef is trouwens ook een Nederlander. Hij verwierf al spoedig de bijnaam
‘Mr. Lock Up’, omdat hij plotseling gebruik ging maken van de vier
gevangeniscellen op het politiebureau. Nederlandse examens,
strafwerkmiddag, protocollen, procedures en opsluitingen! – de Nederlanders
maken zich niet bij iedereen geliefd. Het zijn betweters wordt gezegd. Men
verwijt hen arrogantie. Maar dat is onterecht.
De Nederlandse docenten doen
hun stinkende best goed onderwijs te bieden, alle moeilijkheden ten spijt. Het
loon dat de docenten ontvangen is soms wel 1000 euro minder dan hun loon in
Nederland, terwijl de prijzen op het eiland sinds de nieuwe status alleen maar stijgen.
Dat is mede de oorzaak van het docententekort. Als Nederland de nieuwe
gemeenten serieus neemt, ligt daar een eerste opdracht.
Mijn schoonvader boekt overigens
gestaag vooruitgang. Een leerling vroeg bijles! Dat hij niet kwam opdagen is
niet erg. Het is een eerste stap.
(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 04-10-11)
(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 04-10-11)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten