‘Ik
heb dit nog nooit beleefd, moet ik u zeggen, maar ik vind het
alleraardigst!’, zei de docent aan de andere kant van de lijn, ‘ik
heb de literatuur er maar even bij gepakt.’ Ik had mijn commentaar
op zijn eerste correctie nauwgezet uitgewerkt en hem gemaild. We
waren vrij snel klaar. Hij was verrast, maar verheugd dat we tot een
serieuze, inhoudelijke discussie kwamen. Zijn reactie kwam overeen
met die van een andere docent, een jaar geleden, die me toevertrouwde
dat hij het in 22 jaar nog nooit had meegemaakt dat er kritiek kwam
op zijn correctiewerk.
De
respons van beide heren representeert de deplorabele staat waarin de
tweede correctie verkeert. Ingesteld om een nauwkeurige beoordeling
van het examenwerk te verzekeren, is de tweede correctie verworden
tot een tijdrovende, maar slecht betaalde rotklus waar veel docenten
zich liever met een jantje-van-leiden van afmaken.
De
eerste docent kijkt het werk opportunistisch na en haalt wat er te
halen valt. Het is aan de tweede corrector dat opportunisme te
temperen en de te ruime score te corrigeren, maar dat gebeurt zelden.
Het CITO kwam vorige week in een onderzoek na een onafhankelijke
‘derde correctie’ bij sommige vakken gemiddeld meer dan een punt
onder het vastgestelde cijfer. De praktijken van de islamitische
onderwijsunderground zijn frauduleus, maar deze gang van zaken is dat
net zo goed.
Dat
veel docenten zich weinig moeite getroosten de tweede correctie
serieus en met de volle aandacht te doen, verbaast mij geenszins.
Kijk, als je docenten afscheept met een vakkenvulloon van maximaal 40
euro per nagekeken klas, ongeacht de bewerkelijkheid van een vak, dan
werk je nalatigheid in de hand. Ik verdiende zelfs een beter uurloon
toen ik als tiener in de zomerperiode aan de lopende band bollen
pelde in Noord-Holland en het mag als algemeen bekend verondersteld
worden dat bollen pellen minder fraai werk is dan examens corrigeren.
En
dan dit: docenten worden betaald per schoolsoort. Iemand met een
vmbo-, een havo- en een vwo-klas verdient dus driemaal meer dan
iemand met drie vwo-klassen, terwijl het aantal gewerkte uren
nagenoeg overeenkomt. Bovendien, de taalexamens zitten vaak vol met
meerkeuzevragen waarvan het aantal geantwoorde letters nog niet eens
één antwoord van het geschiedenisexamen kunnen vormen. De open
vragen van de zaakvakken resulteren in een nakijkklus die meerdere
dagen in beslag neemt. Toch is de vergoeding gelijk. Nee echt, de
huidige staat van de tweede correctie is een lachertje.
Het
resultaat is dus dat docenten het toegestuurde werk helemaal niet of
steekproefsgewijs doornemen – ze zijn al blij dat de eerste
correctie erop zit en voor 40 euro lopen docenten zich nou niet echt
het vuur uit de sloffen. Kritisch zijn betekent gedoe. En een docent
wil niet nog meer gedoe aan het eind van het schooljaar. Daarom is
het een zeldzaam beeld aan het worden, de driftige, maar keurige
docent die een hele avond aan de telefoon hangt, omdat hij alle
antwoorden letterlijk voorleest en van commentaar voorziet. Mocht de
tweede correctie ooit nog eens serieus genomen worden, dan hoop ik
dat men gaat e-mailen. Telefoneren is zó 1999.
Als
staatssecretaris Dekker de huidige behandeling van de tweede
correctie inderdaad ‘onaanvaardbaar’ vindt, dan moet hij niet de
oplossing in de correctieprocedure zoeken, maar er serieus voor gaan
betalen. Zijn idee, de eerste correctie door een ‘vreemde’ docent
laten doen en de tweede door de eigen docent, is goed. Een ander
idee, de examens dubbelblind corrigeren door een gescande versie naar
de tweede corrector te sturen, is niet verstandig, want een kwetsbare
procedure.
In
elk geval is de betaling per schoolsoort, het gelijkschakelen van
bewerkelijke en minder bewerkelijke vakken en de schamele vergoeding
niet een houdbare situatie.
(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 27-06-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten