Ik
kijk de groep rond. Daar zitten we weer. Alsof er helemaal geen zomervakantie is
geweest, alsof we elkaar niet zeven weken hebben ontlopen. Eenmaal achter de
rug lijken zeven weken nog slechts een vingerknip. Snap! En nu word je weer wakker. Er is weinig veranderd. Alleen collega’s
die naar mediterrane streken zijn getrokken stralen in hun gebronsde huid, maar
de natste zomer sinds het begin van de weerstatistiek heeft vooral Hollandse bleekscheten
uitgepoept. Niemand heeft ook nieuwe kleren gekocht: iedereen draagt diezelfde overhemden,
shirts en broeken. Het kleurenpalet is onveranderd, wellicht op enkele nieuwe
grijstinten na.
Ik
besef dat ik aan mijn vijfde jaar in het onderwijs begin en dat het voor het
eerst voelt alsof ik een vaste baan met vaste collega’s heb. Routine. Gang van
zaken. Pappenheimers. Aard van het beestje. Gewoontes. Trekjes.
Eigenaardigheden. Een vaste baan met vaste collega’s: is dat niet een
constatering om wakker van te liggen? Toen ik op een collega afstapte om hem na
zeven weken de hand te schudden, wist ik wat hij ging zeggen: ‘Geen paniek
Jelte. Alles komt goed.’ Dat zegt hij namelijk altijd. En ik ben helemaal niet
in paniek. Nooit niet.
‘Ze
doen het om hun onderbroek te showen’, zegt mijn jonge collega van de
lichamelijke opvoeding. Ik kijk op. Oh ja, de discussie over schoolregels. Oudere
collega’s kijken verbaasd, terwijl die laaghangende broeken toch deels het resultaat
zijn van de vrijheden die zij in de jaren ’60 hebben bevochten. Zíj zijn
daarmee begonnen, wij niet. Dus hállo!
De
discussie over aanstootgevende uiterlijkheden is sindsdien niet meer verstomd. Het
lange haar van de jongens, toen het korte haar van de punkmeisjes, de
piercings, de kale gabberkoppen, de naveltruitjes, de tattoo boven de kont, de
diep uitgesneden shirts, de zichtbare string. Deze discussie is een herhaling
van zetten: alleen met uniforms zouden we zoiets ongrijpbaars als mode, trends
en subculturen op school kunnen beteugelen. Dus laat maar.
‘Geen
paniek Jelte. Alles komt goed’. Ik schud mijn collega de hand. Ik ben niet in
paniek, maar twijfel wel of alles wel zo goed komt. Ik begrijp bijvoorbeeld niet
helemaal waarom we de schoolregels op de eerste schooldag moeten herdefiniëren.
Die staan toch al in de schoolgids, mag ik aannemen? Nee, laten we het hebben
over waar we vorig jaar eindigden. Was het niet zo dat we allemaal wat
ontevreden de zomer ingingen? Voerden we niet een discussie? Waren we daarover
al uitgesproken?
Blijkbaar
heeft de zomer de plooien in het laken gladgestreken, want iedereen doet er het
zwijgen toe. De gezamenlijke brief die vlak voor de zomer opgesteld en door
heel veel collega’s ondertekend is wordt nog besproken met de initiatiefnemer,
begrijp ik, maar daarmee zal de kous af zijn.
En
dan weer vrolijk verder.
De
onderbroekenshow. Dat is het dus met die jongens. Ze willen laten zien dat ze
óók zo’n veel te dure onderbroek van het merk van die Zweedse tennisser hebben
gekocht. Het is uiterlijk vertoon door druk van buiten. Ik zou zeggen: hijs die
broek even op, dan kunnen we tenminste wat sneller die trap beklimmen.
(Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 06-09-2011)
(Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 06-09-2011)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten