Afspraken werden
niet nagekomen, collega's liepen woedend weg, regisseurs volgden
elkaar op als wolken op een winderige dag, leerlingen kwamen niet
opdagen bij de tekstrepetities, er werden boze, bezorgde en te late
mails gestuurd en iedereen wees naar iedereen, kortom, de
voorbereiding van de musical verliep alles behalve soepeltjes. Op
voorhand leek het project iedereen te rijpen voor de bedrijfsarts,
maar uiteindelijk werd een doktersbezoek er juist jaren mee
uitgesteld.
Toen tijdens het
slotlied van de eerste voorstelling mijn ogen branderig werden,
besefte ik dat ik in de vijf jaar die ik doceer maar zelden zo'n
heerlijke schoolweek had meegemaakt. Ik zag bevestigd worden wat ik
eigenlijk al wist: leerlingen, maar docenten evenzogoed, hebben zo nu
en dan een creatieve uitbarsting nodig, een teug frisse adem als het
ware, om die starre structuren, die precieze procedures, die rigide
roosters eens flink te ventileren. Artisticiteit zou minstens eens,
liever nog een aantal keer per schooljaar aangesproken moeten worden.
Dus vooruit: organiseer talentenjachten, foto-exposities, open podia,
toneelstukken en bandjesavonden!
De leerlingen
reageerden in eerste instantie terughoudend op het plan een musical
te doen, maar ik ben ervan overtuigd dat als we morgen audities
zouden houden voor een volgende editie, we veel te veel aanmeldingen
zouden krijgen. Zij die niet meededen zagen nu met jaloezie hoe de
andere leerlingen schitterden op het podium.
In wezen is elk
kind een artiest. Het is vooral de vraag in hoeverre zijn of haar
creativiteit wordt aangesproken. Ik kreeg aan het einde van de week
een e-mail van een moeder. Ze schreef over haar zoon: “Groeien kun
je in je eentje, maar je groeit zeker met mensen om je heen die je
vertrouwen geven, waarderen en stimuleren.”
Zonder
uitzondering hoorde ik afgelopen week de band al spelen als ik 's
ochtends op school arriveerde. Stel je eens voor dat de leerlingen al
vol enthousiasme met de neus in de boeken zouden zitten, nog voor de
docent het lokaal binnenstapte! Omdat de leerlingen een doel hadden
en omdat hun creativiteit werd aangesproken, waren ze
über-gemotiveerd. Dagenlang klonk het musical-repertoire door het
gebouw. Ik werd er 's ochtends mee wakker.
Als leerlingen 's
ochtends popelen om naar school te gaan, omdat ze weer met de band
kunnen repeteren, als ze 's middags het liefst tot vijf uur op school
zijn om te werken aan de nummers, als ze zelfvertrouwen ontwikkelen,
steviger in hun schoenen staan, met een glimlach en zingend door
school lopen, dan is het geen vraag meer of het de chaos, de stress,
het gedoe waard is.
Maar daarvan is
niet iedereen op school overtuigd. In feite is het hele schoolsysteem
daar niet op ingericht. Creatieve vakken als kunst, muziek, en vooral
dans en drama staan onderaan het prioriteitenlijstje. En door
halsstarrig vast te houden aan 1040 lesuren is er maar heel weinig
ruimte voor projecten die creatief talent de ruimte bieden. Omdat
gedurende projectweken ander werk vaak ook gewoon doorgaat, treft het
enthousiasme slechts een klein deel van de docentengroep. Veel
collega's geven af op de chaos en vermijden het liefst enige
betrokkenheid. Zij zijn blij als de week weer achter de rug is.
Want dan zijn ze
weer in hun element, in hun natuurlijke toestand. Maar kijk, de
meeste leerlingen zijn dat waarschijnlijk niet. Voor de meeste
leerlingen geldt wiskunde, Engels of geschiedenis niet als een
talent; ze raken er niet gepassioneerd door. Ze zouden het liefst
weer de gitaar oppakken, op het drumstel meppen, danspasjes oefenen,
kostuums ontwerpen, decorstukken bouwen en nog eens zo'n geweldige
show neerzetten. We moeten ze daartoe veel meer kansen bieden, want
in hun geluk nemen ze uiteindelijk de docenten mee.
(Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 17-04-2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten