Je kan mijn les ook meelezen:
Van benenwagen tot bolide - de geschiedenis van transport over weg
Organiseer een loopwedstrijd tussen een
bosjesman uit de Kalahari-woestijn en een antilope, je zult zien, de
bosjesman wint. Na een 8 uur durende achtervolging maakt het beest
zijn naam waar, de antilope raakt uitgeput, valt om en krijgt een
speer in de witte dot die z’n kont is.
Het zijn de huidige
jagers-verzamelaars uit de Kalahari-woestijn die ons laten zien dat
de mens van nature een duurloper is. Te voet gingen we op jacht, te
voet verlieten we Afrika en te voet trokken we door de eerste
graanvelden. Eigendommen sjouwden we mee. Afstanden werden in ons
land tot de invoering van het metrieke stelsel, begin 19e
eeuw, nog uitgedrukt in ‘uren gaans’. De wereld op loopafstand
was een kleine wereld van dorp en omringende bossen, velden en
akkers.
In de moeiteloze loop van de tijd
werden de benen ontlast. Op verschillende plekken werd het wiel
uitgevonden. Zware objecten werden eerst op stammen gerold, maar die
stammen werden assen, waaraan ronde schijven draaiden. Op de
Aziatische steppe deed men spaken in de wielen. Plots liepen zaken op
rolletjes. In de oude Amerikaanse beschavingen werd het wiel ook
uitgevonden, maar, althans voor zover we weten, alleen voor
kinderspeelgoed.
Ook dieren
ontlastten de mens. Ongeveer 4000 jaar voor onze jaartelling werden
in het huidige Kazachstan de eerste paarden bereden. Het verklaart
misschien waarom kort daarop in de Balkan zo’n 600 landbouwsteden
leegliepen: men vluchtte voor de oprukkende cavalerie.
Het wiel en het
paard. Gooi ze in de geschiedenisblender en je hebt een gouden
combinatie. De eerste strijdwagens ontstonden in Mesopotamië.
Sindsdien hebben paard en wagen de mens altijd gediend, in tijden van
vrede, in tijden van oorlog.
De Romeinen legden
in hun tijd 400.000 kilometer wegen aan. Alle wegen leidden inderdaad
naar Rome. Om de 20 kilometer kon een paard ingewisseld worden
bij een posthuis. Reizen deed men verder met karren, koetsen en
wagens, of, nog steeds, te voet.
Dat bleef zo in de
Middeleeuwen, hoewel met het wegvallen van de Romeinse vrede de wegen
verslechterden en reizen een gevaarlijke onderneming werd. De meest
populaire koets was vanaf de 15e eeuw de ‘kocsi szekér’
(kotsie sèkier) uit de Hongaarse plaats Kocsi vanwaar ook de
keizerlijke postservice vertrok. Van Kocsi werden de woorden ‘koets’
en ‘coach’ afgeleid.
En dan gaat het in
Engeland stomen en piepen. In 1825 werden de eerste 500 mensen per
trein vervoerd. De boeren vreesden dat de koeien zure melk gingen
geven, want de trein, die van Stockton naar Darlington ging, raasde
voort met een duivelse snelheid van … 24 kilometer per uur. De
snelste trein anno 2014 rijdt in Japan en kan 24 keer sneller, zo’n
580 kilometer per uur. De Japanse melk moet wel erg zuur zijn.
Eind 19e
eeuw is het tijd voor de automobiel. Nadat mevrouw Benz 80 kilometer
in de uitvinding van haar man had afgelegd, ging de auto het
wegvervoer domineren. Sinds 2010 rijden er meer dan een miljard
auto’s rond op de aarde. Dat is een onvoorstelbare rij auto’s die
10 keer de afstand tot de maan overbrugt.
Auto’s werden
statussymbool. Auto’s werden afgod. Mensen werden dikker. En kijk
nou, sommige auto’s praten. Sommige parkeren zichzelf. In Silicon
Valley rijden zelfs auto’s zonder chauffeur.
Zijn we dan nog
wel duurlopers? Ja, we maken een lunchwandeling met collega’s, maar
nemen de auto naar het werk. Op zaterdagochtend rennen we in het
plantsoen het vet van het lijf, maar een uur later parkeren we onze
stinkende bolide voor de supermarkt en laden die vol met prooi uit de
supermarktdiepvries.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten