dinsdag 16 oktober 2012

Zeven weken vakantie, dat valt niet mee


De zomervakantie is de periode van het jaar waarin ouders onderkennen dat docenten te weinig verdienen, las ik enige tijd terug. Kan ik me voorstellen. Zeven weken is een lange periode. Dat valt niet mee.

Je kunt je de huiselijke discussie voorstellen. Wat kunnen we morgen nou eens gaan doen? Pretparken zijn duur. En altijd die vriendjes over de vloer is ook maar zo zo. Al die troep moet opgeruimd. Kauwgom in het haar. Overal zand in huis. Verf op de muur. En dan oppas regelen. Of opvang. Of logeerpartijen. En dan de middagen die maar niet ingevuld wilden worden. 'Maaa-aam! Ik vervéééél me zo!' Áls er een groep is die opgelucht ademhaalt als september naakt, dat zijn het de ouders wel.

Nou ja, Frankrijk was leuk. Hoewel. In het zwembad van de camping zwom je zo tegen een losgeweekte pleister aan. En je stond in de file naar het strand. En de kinderen zeurden. En het was bloedheet. Er viel een ijsje op de achterbank. De hond werd ziek. Je nam een verkeerde afslag.

Gelukkig waren de pretparken geweldig, hoewel de kinderen al misselijk werden in de verzengende hitte in de rij vóór de achtbaan, het geld snel opraakte, de patat te vet en de mayonaise te zuur was en wie had eigenlijk bedacht dat oma zo nodig mee moest?

Wie had eigenlijk bedacht dat oma zo nodig mee moest?

Ik denk wel eens dat het de ouders zijn die die spandoeken langs en boven de weg hangen: de scholen zijn weer begonnen. Ik minder gas. Naast de tekst verbeeld ik mij de glimlachende hoofden van een ouderlijk paar, ze houden de duim omhoog. Ik lees: eindelijk verlost van die kutkinderen. Laat de docenten het maar weer doen. Wat voor werk ik doe? Ik zit in de kinderopvang.

Voor ouders kan de vakantie hunner kinderen niet kort genoeg duren, voor kinderen kan vakantie nooit lang genoeg duren. Voor docenten is de zomervakantie vanuit professioneel oogpunt vooral verwarrend.

Na zeven weken vakantie is het net alsof ik aan iets nieuws begin. Ik trek op de eerste dag mijn beste pak aan, omdat ik het gevoel heb een nieuwe baan te beginnen. Zeven weken lang moest ik dagelijks bedenken wat ik de volgende dag ging doen, ik ging op vakantie, ik had vrienden over de vloer, maakte er een troep van, logeerde hier en daar, verveelde me en opeens heb ik een baan. In het onderwijs. Zo voelt het. Onwennig.

Het is alsof je elk jaar datzelfde computerspelletje speelt – je komt meestal wel weer een level verder, maar elk jaar begin je opnieuw bij level 1. Steeds beter herken je de details van elk level – teamleiders zijn monsters, de directeur is de verschrikkelijke eindbaas die je te slim af moet zijn, maar gelukkig, leerlingen kunnen extra levens geven. Uiteindelijk zet de zomervakantie je weer terug bij het startscherm. Je vraagt je soms af of het spel ook gaat vervelen, maar je weet tegelijkertijd dat doceren als een vriend is, die je heel lang niet hebt gezien, die je zelfs vergeten was, maar die bij een volgend treffen comfortabel voelt als de oude trui die je zo graag draagt.

Ik raap mijzelf bijeen. Voorzichtig open ik de inbox van mijn werkmail in de laatste week van de vakantie en merk dat ik met halfgesloten ogen en afgewend hoofd op de mail met de titel 'Schoolstart 2012-2013' klik, alsof mij iets afschuwelijks staat te wachten. Ik gluur door mijn wimpers en slik. Ik word maandagochtend om 8 uur op school verwacht. Afschuwelijk.

De zomervakantie duurt vanaf volgend jaar zes weken. En dat is maar goed ook. Want zeven weken vakantie, nou, poeh, hé, dat valt gewoon niet mee. En dat weten de ouders maar al te goed. Nu alleen nog meer verdienen.

(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 04-09-2012)  

1 opmerking: