Op
9 april strandden de cao-besprekingen tussen de VO-raad en de onderwijsbonden. Er
werd nauwelijks bij stil gestaan in het nieuws. In Nederland is meer aandacht
voor een gestrande bultrug dan voor het gestrande cao-overleg, dat juist zo
cruciaal is.
Ik
keek het weerbericht van die dag in april nog eens terug en hoorde Gerrit
Hiemstra zeggen: ‘Voor het eerst sinds lange tijd is het weer gaan regenen…’ – sindsdien
is het snertweer en ik geloof stellig dat het door de vastgelopen gesprekken komt.
Zelfs God is boos.
Het
steekt de bonden dat de VO-raad onder de optimistische noemer ‘modernisering
van de arbeidsvoorwaarden’ wil bezuinigen op personeelslasten en dus de
rekening doorspeelt naar de docenten. De bonden weigeren daar uiteraard in mee
te gaan. De VO-raad wil bovendien nauwelijks iets vastleggen in een centrale
CAO, maar het onderhandelproces decentraliseren, dus doorschuiven naar de
scholen, zodat docenten overgeleverd zijn aan hun besturen en directies.
Evenmin wil de VO-raad met de bonden optrekken richting Den Haag om eens
serieus over geld te praten.
De
minister heeft grote ambities, maar weigert die financieel te ruggensteunen.
Dit schooljaar startte onderwijsland met 8500 banen minder en die trend zet
door. De klus moet met steeds minder mensen geklaard worden. Het is momenteel alsof
de schurk het slachtoffer tegen de muur drukt, de keel dichtknijpt en dan zegt:
‘Ik heb mooie plannen met jou. Heel erg mooie plannen!’
De
VO-raad moet harder op de Haagse deur kloppen. In Den Haag woont ook Ton Elias,
de bultrug van de VVD, die onlangs nog pleitte voor rechts inhalen op de
snelweg, waarschijnlijk omdat hij zelf het stuur niet meer naar links kan
draaien, omdat zijn riante salaris in de weg zit. In 2011 werd zijn motie om de
BAPO-regeling af te bouwen aangenomen in de Tweede Kamer: dat is nu de
‘modernisering’ waar de VO-raad mee op de proppen komt.
BAPO.
De afkorting staat voor Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen. De regeling
houdt in dat docenten vanaf hun 52e een derde van hun salaris kunnen
inleveren voor 170 en later 340 vrije uren per jaar bij een volledige baan. Het
oorspronkelijke doel, de naam zegt het al: ouderen bij de les houden. De te
hoge werkdruk voor de senioren leidde in het verleden niet zelden tot een enkeltje
ziektewet of vervroegd uittreden. In ruil voor de afspraak kregen de docenten
geen loonsverhoging. En nu wil de VO-raad de regeling uitgummen; in het pluche
van de raad of de Tweede Kamer kun je goed oud worden – voor de klas ligt dat
anders. Gevolg: de ervaren docent zit straks ziek thuis. En die leeggevallen
uren worden heus niet opgevuld door de jonge docent die door het verdwijnen van
de BAPO-regeling nou juist het veld moest ruimen.
Ook
wil de raad een streep door het entreerecht halen, de in de CAO overeengekomen
deal dat eerstegraders die meer dan 50% in de bovenbouw doceren vanaf augustus
2014 automatisch bevorderd worden naar de LD-schaal. Het oorspronkelijke doel
was hoogopgeleide docenten te lokken om inderdaad ambities als die van de minister
te kunnen verwezenlijken en om zulke docenten te behouden.
Zelf
heb ik me jaren verheugd op het entreerecht; ik was blij dat ik me als
academicus en bovenbouwdocent me geen moeite hoefde te getroosten een portfolio
vol papieren prestaties bij te houden om carrière te maken. Als
de regel geschrapt wordt, dan demotiveer je een grote groep jonge,
hoogopgeleide docenten die het onderwijs zullen verlaten of nooit meer zullen
overwegen er überhaupt in te stappen.
Moet
ik ook op zoek naar een baan buiten het onderwijs? Het lijkt me namelijk
onmogelijk met de toenemende werkdruk en het geplande schrappen van
tegemoetkomingen heelhuids mijn pensioen te halen.
(gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 30-05-13)
Updates:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten