Volgens een recent onderzoek van het Nibud, het Nationaal
Instituut voor Budgetvoorlichting, zijn jongeren ontzettend optimistisch over
hun economische toekomst. Té optimistisch, als je het instituut mag geloven.
Twee derde van de jongeren van 12 tot en met 24 jaar denkt sowieso een goede
baan te zullen krijgen. Meer dan de helft is er van overtuigd meer te gaan
verdienen dan de ouders – een netto maandsalaris van 3000 of zelfs 4000 euro
vinden zij niet onrealistisch. Blijkbaar hebben ze nog niet kennisgemaakt met
Jan Modaal. Hij verdient nog niet de helft van het door Jan Optimist verwachte
inkomen.
Moeten we de kinderen hun valse hoop uit het hoofd praten?
Moeten we ze wekken en zeggen dat ze niet met een glimlach om de mond mogen
dromen? Nee, nergens voor nodig – ze lopen er vanzelf tegenaan. 'Ervaring is
wat je krijgt als je niet kreeg wat je wilde', hoorde ik onlangs. Laat dat dan
de meerwaarde van dromen zijn.
Het optimisme past bij de wereld waarin de jongeren leven.
Anno 2012 claimt jan en alleman zijn moment van roem. De in 1968 door Andy
Warhol voorspelde '15 minutes of fame' voor de massa lagen nooit eerder zo voor
het grijpen als nu.
Ik zag gisteren op YouTube iemand 155 T-shirts over elkaar
heen aantrekken – ik bedoel maar. Iemand anders had zes jaar lang elke dag een
foto van zichzelf genomen en al die kiekjes achterelkaar gezet. Beide filmpjes
zijn inmiddels miljoenen keren bekeken. YouTube-roem is slechts één cameraklik
van ons verwijderd.
En dan de televisieroem! Dat summum van het illusionaire
succes, de talentenjachten! Tienduizenden kinderen wilden idool worden. Een
enkeling kwam bovendrijven. Een ervaring rijker? Nee, vooral een illusie armer.
Ik geef toe, veel talent hoor – nou, nou, zo, zo – maar vooral veel kinderen
die in dit geval wél tegen zichzelf in bescherming genomen hadden moeten
worden. Maar het behoeft geen verbazing dat kinderen tegenwoordig een rotsvast
geloof in de maakbaarheid van hun leven hebben.
Opmerkelijk is wel dat het Nibud-onderzoek ook laat zien dat
de jongeren zich bewust zijn van de economische crisis. De helft zegt van 2012
niet veel goeds te verwachten – ze zeggen zelfs bedachtzamer met hun geld om te
gaan. Het optimisme laat zich dus niet verklaren door hun onwetendheid omtrent
de financiële actualiteit.
Vraag de mediterrane jeugd eens hoe ze tegen de toekomst
aankijken – dan hoor je vast andere verhalen. Het uiterste noordwesten van het
continent is momenteel niet de hoek waar de klappen vallen, zoveel is
duidelijk.
Dromen behoort de jongeren toe. Later, als ze een discutabel
hbo-diploma op zak hebben, of misschien academisch geschoold zijn en
solliciteren op werk onder hun niveau, maar de juiste papieren of ervaring
missen, later, als blijkt dat de opleiding toerisme of journalistiek wel een
erg grote vijver is, ja later, als de blauwe enveloppen op de mat vallen en de
eindjes maar moeilijk aaneengeknoopt kunnen worden, dan worden dromen vanzelf
realistischer.
Tot die tijd, zeg ik, kan grenzeloos optimisme geen kwaad.
Vertrouwen is één van de pijlers van een gezonde economie. En dromen, dat moet
je altijd blijven doen.
(Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 21-02-12)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten