woensdag 14 april 2010

Meisjes zijn beter

Meisjes. Je moet er van houden. Maar als je er van houdt zijn ze geweldig. Je hebt meisjes in alle maten en soorten. Ze zijn dun, dik, luid, stil, links, rechts, dromerig, scherp, stoer, bescheiden, donker, blond, emo, alto of hip, maar als het er op aan komt zijn ze zonder uitzondering serieus. Ze heten Selena, Thirza, Elise, Janna en Laura. En ze zijn mooi. Meestal zijn meisjes op de eerste plaats mooi. En als het lente is, zijn de meisjes nog mooier.

Het zit ze mee. De meisjes hebben de wind flink in de zeilen. Ze blinken uit en laten de jongens achter zich. De oorzaak is zonneklaar: het onderwijs is als een rode loper voor de vrouw geworden.

Op crèches, naschoolse opvang en kleuterscholen is de man een nagenoeg uitgestorven soort. In het basisonderwijs is het plaatje niet anders: vier op de vijf leerkrachten daar is vrouw. Voorlopig zal deze samenstelling ook niet veranderen, want de pabo blijft slecht in trek bij mannen.

Dat lijkt nadelig voor jonge jongens, want die hebben volwassen ballen nodig om zich aan op te trekken. Jongens moeten op jacht, ze moeten rennen, onderzoeken en schreeuwen. Anders schieten ze in de stress. Meesters laten de jongensapen daarom lekker uitbrullen op het plein, maar juffen roepen de druktemakers eerder tot de orde.

Ondertussen kleuren de meisjes fijn tussen de lijntjes. Geconcentreerd en met de tong in de mondhoek. Ze wachten hun successen rustig af. En ze observeren. Jongens hollen, gooien en trappen, terwijl meisjes de kunst afkijken van volwassenen. Daarom leren ze sneller.

Net chimpansees.

Ook biologisch zijn jongens telkens net enkele stappen later. Jongens hebben nog nauwelijks een haar in de okselholte, als meisjes al hun eerste bh uitzoeken bij de h&m.

In groep 8 zijn de prestaties van jongens en meisjes niettemin vergelijkbaar, maar eenmaal op een middelbare school lopen jongens sneller tegen een muur op. Dat komt enerzijds omdat hun taalontwikkeling achterligt. Anderzijds vindt dat zijn oorsprong in het ‘taliger’ worden van het onderwijs.

Sinds de Tweede Fase is de nadruk komen te liggen op zelfstandigheid, plannen, werken in groepjes, het schrijven van verslagen en presenteren, kortom, op verbaal-linguïstische vaardigheden waar meisjes beter raad mee weten. Bovendien zijn ook exacte vakken als wiskunde en natuurkunde veel taliger geworden. De focus op abstract-ruimtelijk is verlegd naar een meer linguïstische bedrevenheid. De meisjes glunderen. Redactiesommen! Een ramp voor jongens en zeker voor hen die thuis geen Nederlands spreken.

Deze schoolse manier van werken wordt bovendien steeds meer gekopieerd in het hoger onderwijs en op de arbeidsmarkt. Op hbo’s en universiteiten zijn pop-verslagen en tussenevaluaties gewone elementen in het curriculum geworden. Jongens verliezen van de weeromstuit alle motivatie; meisjes plannen, schrijven en babbelen zich er doorheen.

Aangezien meisjes beter scoren op het Centraal Examen, worden zij buitendien in grotere getale toegelaten tot studies met een gewogen loting, zoals geneeskunde. Tel hier het pabo-probleem bij op en constateer dat de twee grote probleemposten van de overheid, onderwijs en zorg, de komende halve eeuw door vrouwen gedomineerd zullen worden.

Maar voorlopig kraaien in de top nog steeds de mannen. Boven op de heuvel zijn ze nog in hun element, omdat ze daar nog mogen hollen, trappen en spelen. Omdat ze mogen schreeuwen en brullen als apen. Maar let op! Op een dag schrijven ze hun eerste pop- of zelfreflectieverslag, letten ze even niet op en zwaait een vrouw de scepter. Dat is een kwestie van tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten